Full text |
De Nederlandsche vertaling luidt Sne-
gren. ‘tIs de naam van een Koningrijk, en
"t zal voorzeker overbodig zijn, het wereld-
deel te noemen, waarin dat Koningrijk
ligt. Ik heb geen aardrijkskundig woorden-
boek geraadpleegd, maar ik vermoed dat
men bij Erewhon zal vinden : zie Lilliput,
Brobdingnag, Laputa, enz. >
Wie wat meer van Erewkon en de
Erewkontërs wil weten, leze de volgende
bladzijden. ‘t Is niet wat men noemt
«lichte lectuur”; wel is de inkleeding
eenigszins romanachüug, maar de avon-
turen van den held zijn bijzaak ; en juist
daarom is het boek een aandachtige lezing
overwaardig.
Verdere aanbeveling zal ik achterwege
laten, hoewel ik zelden een boek zoo gun-
stig beoordeeld zag als Erewhon in de
« Notices of the Press ”, die bij de tweede
uitgaaf gevoegd zijn. De lezer moge zelf
uitspraak doen.
Luitenant-Ingenieur van Schermbeek
had goeden smaak in 1873. Dat kleine
cultuurlanden wel eens vooruit zijn op
groote geburen werden wij eens te meer
gewaar, wanneer wij, al snuffelend, dit
vergeten boekje in handen kregen.
EB:
Marcel Proust 7
Op vijftigjarigen ouderdom is de beken
de Fransche schrijver Marcel Proust over-
leden. Van hem werd in 1919 een roman
«Al ombre des jeunes filles en fleurs »
bekroond.
Het bekroonde werk was een tweede
deel uit een reeks « A la recherche du
temps perdu >». Het vierde deel « Sodome
et Gomorrhe ® laat de schrijver onvoltooid
na.
De Nobelprijs
Dr. G.J. Geers schrijft in de «N. R.
Ct.* over den winnaar van den Nobel-
prijs voor letterkunde :
Jancinto Benavente werd in 1866 te
Madrid geboren, en zijn heele leven was
aan de letteren gewijd. Behalve wat wer-
ken als Cartas de mujeres, Figulinae, Tea-
tro fantàstico, schreef hij — voor zoover
mij bekend — 27 deelen tooneelwerk, on-
geveer 100 groote en kleine werken. Daar
onder zijn vertalingen of adoptaties van
Molière, Shakespeare, e. a. maar het
overgroote deel is oorspronkelijk werk.
Zonder twijfel heeft Benavente zich in
dit werk tot den grootsten der Spaansche
dramaschrijvers gemaakt, zelfs de Spaan-
sche critiek moet dit, hoewel aarzelend,
erkennen. Die critiek, meest in handen
van liberale schrijvers, weet heel wat op
hem af te dingen. Benavente is nu een-
maal niet bemind in de Spaansche intel-
lectueele kringen wegens zijn positie… in
de politiek. Men moet Spanje kennen om
te begrijpen, hoe kwalijk het Benavente
genomen wordt, dat hij zich bij de partij
der ultra-conservatieven, de Mauristen,
heeft aangesloten. Niet uit overtuiging —
meent men te weten — maar uit eigen be-
lang. Men ging indertijd zelfs zoo ver, om
voor Galdós (gest. 1908) den Nobelprijs te
vragen, waartegenover natuurlijk, en daar
enboven met recht, de clericale en feodale
elementen Benavete vooruitschoven. Hoe
groot zal nu de verwarring in Spanje zijn!
_ Want Benavente is niet de man van het
behoud, althans niet als kunstenaar. Is
ooit hetSpaansche caciquisme, het « leven
333 |