Full text |
geschiedenis als aan kerkelijke en burger-
lijke, zooals het vroeger deed.
Al wat de redactie betreft worde gezon-
den naar Ew. Heer P.J. Goetschalckx,
Eekeren-Donk of Ew. Heer Fl. Prims,
Ploegstraat, 23, Antwerpen.
BIBLIOTHEKEN EN
VERZAMELINGEN
De Provinciale toelagen aan de
bibliotheken in Oost- en
West-Vlaanderen
In de begrooting der provinciën Oost-
en West-Vlaanderen zijn dit jaar de aan de
bibliotheken verleende toelagen verhoogd
geworden.
Wel is waar vertegenwoordigen deze
gelden niet de voldoende kracht, om waar-
lijk de boekerijen « uit den grond te zien
groeien als vruchtdragende appelaren ! ”
De budgetten der provinciale besturen
trachten er vooral naar het jaar te sluiten
zonder deficiet.
zijn niet overweldigend. Doch door zekere
vooruitstrevende raadsleden is begrepen
geworden dat als een wisselwerking het
geestesvoedseleennoodzakelijkheid wordt,
daar waar de bevolking in min of meer
verbeterde omstandigheden
leeft.
Men moet dus ook de mogelijkheden
om aan dit voedsel te geraken vermenig-
De inkomsten trouwens
materieele
vuldigen.
In Oost-Vlaanderen bedroegen de toela-
gen voor de provincie aan het Davidsfonds
in 1920 en 1921 : 10,000 fr. 's jaars. Het
Willemsfonds verkreeg in dezelfde jaren
2000 fr. per jaar, en de socialistische boe-
kerijen ook jaarlijks 2000 fr. Op voorstel
van de HH. Hannick en Meyer, socialisti-
sche provincieraadsleden, werden deze
onvoldoende toelagen verhoogd op de
begrooting van 1922.
De bespreking, die inschikkelijk was,
had het volgend resultaat :
Àan het Davidsfonds zou voor het jaar
1922, 15.000 fr. worden verleend, waarvan
10.000 fr. als gewone toelage gelden, en
5.000 fr. als buitengewone.
Het Willemsfonds en de socialistische
boekerijen verkregen eveneens ook een
vermeerdering van toelage, het is te zeg-
gen, 2.000 fr.
3.000 fr. als buitengewone.
De achtbare raadsleden wezen er wel
op dat het verschil tusschen het eerste
fonds en de twee andere boekerijenge-
meenschappen onuitlegbaar was, doch
van katholieke zijde drukte men op de
grootere uitbreiding van het Davidsfonds.
als gewone toelage en
Het zij zoo. De boekerijen ontvangen
in Oost-Vlaanderen hunne toelage in geld,
doch tegen een justificeering der uitgaven.
Wat nu van deze ingeschrevene subsi-
diënin 1921 reeds uitgekeerd werd, kon
me niet worden beantwoord.
Dit zal wel afhangen van de bibliotheken
zelf en in hoever zij hunne aanvragen
doen.
In West-Vlaanderen kunnen alle boeke-
rijen aanspraak maken op een toelage,
geput uit een krediet van 5.000 fr. gestemd
op de begrooting voor 1923.
Op het budjet van 1922 prijkte een toe-
lage van 3.000 fr. aan de katholieke boe-
kerijen.
Ondergeteekend provinciaal raadslid had
de eer een verslag in te dienen over de
vraag van den heer Deprez, er toe strek-
kende het krediet voor 1923 te verhoogen
tot 5.000 fr., het uit te breiden tot al de
erkende boekerijen en de toelage in spe-
ciën te verleenen.
Na een zeer verwarde bespreking werd
door de Bestendige Deputatie voorgesteld.
het krediet in de begrooting onder de vol-
gende bewoording in te schrijven :
«Som ter beschikking gesteld der Be-
stendige Deputatie tot het verleenen van
hulpgeld of boeken aan de Bibliotheken
in den zin van het verslag door de Besten-
dige Deputatie aan den Provincieraad :
5.000 fr.»
Daarmede kon op goedvinden van de
Best. Deputatie aan welke bibliotheek
ook een wiliekeurige toelage geschonken
worden.
Wij hopen dat het met doorziende bere-
deneering geschiede, want het aantal boe-
kerijen in deze provincie is volstrekt onvol-
329 |