Full text |
89 88 87 86 85 84 83 82 81 80 79 78 ii, 76 15 74 m3 12 71 70 69
uberhaubt
90
RRA ERDER RENE REAAL ATRRANS RARE INERT RRA
9 88 87 86 85 84 8382 81 80 79 78 77 76 7574 73 72 71 70 69 68 67 66 65 64 63 62 61 60 59 58 57 56 55 54 53 52 51 50 49 48 47 46 4
__ meel om de zemelen te verwijderen, worden ook die voed
zame stoffen deels weggenomen, waardoor de voedzaam-
heid der bloem vermindert. Integendeel, laat men de ze-
melen in het meel, dan prikkelen deze onder het brood-
eten het spijsverteringskanaal, verwekken soms lichten
buikloop, zonder veel te verteren.
Om het brood verteerbaarder te maken wordt er gist bii-
gevoegd, waardoor het een sponsachtigen samenhang ver--
krijgt.
Bij gebrek aan gist kan men zuurdeeg gebruiken.
Zuurdeeg wordt gemaakt met wat bloem- of meeldeeg:-
waarin een weinig nijverheidsgist is gewerkt, welke
men in een aarden kommetje op een koele plaats op zijn
eigen laat gisten tot de volgende bakte, hetzij 8 of 14
dagen later. Om het te hevig gisten te beletten, wat het
brood zuur maken zou, strooie men wat zout over het:
zuurdeeg.
Bij het bakken wordt deze zuurdeeg met warm water:
in het te bakken meel verdeeld; men laat dit ongeveer
een half uur rijzen, waarna men den brooddeeg bewerkt
zooals met nijverheidsgist.
Aardappelbrood. — Im den tegenwoordigen slechten
tijd, waarin zuinig met meel en bloem dient te worden
omgegaan, zal het niet ongepast zijn er op te wijzen, hoe
men het meel sparen kan bij het broodbakken en, door-
toevoegen van aardappelen, toch een smakelijk, nagenoeg
even voedzaam brood kan bakken.
Weeg ruim eenhalve kilogram goed gespoelde, rauwe
aardappels, kook ze, pel ze daarna, steek ze door de stra-
mijn en maak er een dikke brij van, door aanlengen met:
water of afgeroomde of zoete melk, waarbij eene goede -
greep zout wordt gevoegd. Houd dat mengsel goed warm
op het vuur.
Tijdens het koken der aardappels, weegt men één kilo-
gram meel of bloem (domst). Meng 25 gram gist (voor
ongeveer 0,05 fr.) in lauw water; giet dat in een kuiltje -
in de bloem gemaakt; meng met een weinig bloem tot -
men een kleinen bol deeg (omtrent: 1/10 der bloem) be-
komt. Leg deze bol op zijde, om de gistcellen niet door
de heete aardappelbrij te verbranden.
Giet nu de aardappelbrij in den kuil der bloem; neem
trapsgewijze de bloem in de brij, tot aardappels en meel
goed dooreen gewerkt zijn. Door die bewerking koelt de
brij voldoende af, om de gist er zonder gevaar insgelijks
bij te voegen.
Nu begint het kneden, zooals gewoonlijk- gezegd en
gedaan wordt. Door die bewerking bekomt men evenwel
zwaar, taai ineengestampt deeg, dat veel lichter -en mal-—
A ee
scher is, wanneer men het gestadig trekt en uiteen werkt,
in plaats van het ineen te stampen.
Zorg dat het deeg, zonder daarom te droog te zijn,
evenwel niet te versch weze, daar de aardappelbrij het
brood allicht versch genoeg maakt. Laat het deeg nu rijzen
op eene warme plaats, buiten den tocht, tot het opzwelt en
veerkrachtig wordt. Dat kan men nagaan, door er met
den vingen een putje in te duwen dat, bij voldoende rijzen,
terug toezwelt en dat er geen deeg aan den vinger blijft
“kleven.
Maak dan 't brood op, leg het in de pan en laat het
nogmaals rijzen, tot wanneer het wederom voldoende op-
gegaan is. Steek het dan in den oven, waar het na 45 min.
tot | uur; schoon gebakken, uit mag getrokken worden.
Seffens moet het brood uit de pan rechtop te verdampen
gezet worden op eene plank. Laat men het in de pan af.”
koelen, dan krijgt het een minder aangenamen smaak, en
het verdampt niet voldoende, wat ook het geval is, wanneer
men het plat legt.
Zoo bekomt men een smakelijk brood met een derde
aardappels en twee derden bloem.
Ook roggebrood kan men in diezelfde verhouding bak-
ken of men kan er minder aardappelen bij voegen: meer
is echter niet aan te bevelen,‘ daar in sterker hoeveelheid
de aardappelsmaak te veel uitkomt. î
Tarwé- of roggemeel kan, bij het bakken van brood,
gemengd worden met alle andere meelsoorten, en de be-
hendige huishoudster kan er smakelijk brood mede be-
reiden. indien-zij het oog hoult op het voldoende rijzen
van het deeg:
Hapvergort is gepelde en get lette haver welke zeer voed-
zaam en goed verteerbaar is; zij leent zich tot menigvul-
dige spijsbereidingen.
Gort is zacht voor het spijsverteringskanaal en daarom
ook bijzonder geschikt voor kinderen, zieken en ouderlin-
gen. Zij vervangt voordeelig de bloem en de rijst in de
verschillige soorten van papjen bouillon.
Best late men de Hardest een kwartuurs koken in
een weinig water, enrÁan giet men er melk of bouillon bij,
„alsook een weinig zout en suiker. Om eene telloor Lap
of bouillon te maken, gebruikt men ongeveer een eetlepel
gort.
Gortkoekjes. — Doe in een halven liter water eene tas
gort niet vooraf gekookt, en eene halve tas bloem, een wei-
nig zout en wat boter of vet en 0,02 fr. in water uitge-
lengde gist. Laat dit alles, goed dooreen gewerkt, rijzen,
en bak er dan koekjes van in de pan.
Men kan er ook op hiervoren gezegde wijze spekkoekjes |