Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>stonden een honderdtal mannen aan eene groote barrikade in de Rue de Namur opgeworpen. gedeelte der straat was in de handen der Hollanders en met woede vielen zij de barrikade aan, wier overwinning hun een groot gedeelte der stad opende en hun in staat stelde de opstandelingen in den rug aan te vallen, tusschen twee ydren te plaatsen en een gevoelig verlies, misschien eene totale vernietiging te doen ondergaan. Van beide zijden begreep men het gewicht der stelling; en werd de aanval met stoutheid volbracht, de verdediging was niet min moedig. Onder de opstandelingen bevonden zich André en zijne vrienden. De man met den stok, die er nog steeds bij was, had tot hiertoe nog geen ander wapen dan zijn stok, doch eenige bloedvlekken bewezen dat hij er reeds voor Zijne zaak een goed gebruik van gemaakt had. Reeds tweemaal hadden de Belgen een aanval op de barrikaden afgeslagen. De Hollanders maakten zich tot eenen derden gereed, doch thans met verdubbelde macht, toen op eens van den kant der Belgen een oorverdoovend gejuich °Pging en vele mannen vurig elkander in de 'armen vlogen. Hoera! hoera! leve de Leuvenaars! Leve Luik! leve Belgie ! Leve de verbroedering van Walen en Vlamingen! Leve het volk! leve de vrijheid! Die en meer andere kreten stegen uit honderd monden op. Be Hollanders, de rede dier zegekreten niet kunnende giSsen eene vermeerdering van gewoel hoorende, die verdubbeling van strijders verried, staakten een stond den Btlijd, om zich rekenschap van het voorgevallene te geven. Wat waren de reden van al dit triomfgeschreeuw? De aankom st van een honderdtal Luiksche patrioten, deel /nakende van het vrijwilligerskorps, dat zich in de stad had el'orind en sinds verscheidene dagen in Brussel verbleef en de zeer verheugende tijding dat de Leuvenaars den</p>
</text>
|