Full text |
boek van christelike moraal, intens van
intuïtief navoelen. Hoeveel inniger is bij-
voorbeeld dit Laatste Avondmaal noe dan
het Laatste Avondmaal van Da Vinci, hoe
ilt hetrelaas van het gebaar van Maria-
Magdalena van echste pathetiek.
Het is een blijde boodschap dat de uit-
gever Teurlings uit ‘s Hertogenbosch een
Nederlandse vertaling heeftaangekondigd.
Mag ze even vloeiend zijn als deze Franse.
HENRI JACQUES. — Le voyageur de nuit.
Paris. Le Monde Nouveau.
Henry Jacques, een jong journalist (en
dichter) is een van de vele « bekroonden >
die in delaatste tijd een zekere bekend-
heid verwierven.
Hij gaf een bundel geprezen oorlogsge-
dichten uit, en nu deze symboliese « ro-
man >, eigenlik een verhaal van feeën en
toverij, gelijk kinderen dat in een biblio-
thèque rose of bleue zo gaarne lezen, be-
halve dande uiterst ernstige symboliek.
Mooi is alleen de aanhef van dit weinig
boeiend boek: de eerste bladzijde, waar de
nacht beschreven wordt.
ROBERT RANDAU. — Le chef des porte-
plume. Paris, Ibid.
Speelt in het land van Batouala, zegt het
prospectus.
Laat René Maran in zijn boek de lubrie-
ke negers optreden, bij Randau spelen
de blanke kolonialen de beest,
wordt er voorwaar niet hartverheffender
op. Het boek is tamelik eentonig in zijn
opeenvolging van slemperijen.
en het
KOUPRINE. — Sulamite. Paris, Ibid.
Dit is nu eens een fris boekje ! Om
meteen paar woorden het onderwerp aan
te duiden :
boeremeisje,
Koning Salomo verleidt een
smaakt korte tijd geluk,
maar wordt op bevel van zijn. jaloerse
vrouw van het leven beroofd. De verlei-
dingscène op blz. 46, al gaat hetmet goed-
koop gevlei, is mooi en zonder grofheid.
Zeer fijn zijn ook de oordelen van Salomo
in een later hoofdstuk.
Kouprine is een van de voornaamste
schrijvers van het huidig Rusland. Aan
hem is ook weer te zien dat de tijd van de
« grote ” letterkunde (voor Rusland Tol-
262
stoï, Dostojevsky, Gorki ) voorbij is.
MARCEL SAUVAGE. — Le chirurgien des
roses ou roses des iles et du soir. Anvers, Ca ira.
Enkele tientallen — hoe zullen wij 't
heten ?>— gedichten in proza, invallen, ver-
beeldingen. Spel van een dichter, ietwat
esoteries, vooral weemoedig. Men erkent
een fijne geest aan deze luttele regels.
PAUL MORAND. — Ouvert la nuit. Paris.
Nouvelle revue francaise.
Uit de fijne, echt-Franse « préface ?
spreekt schrijnende weemoed. Verder in
het boek is die niet meer te vinden, daar
is alleen de valse superioriteit van de ver-
moeide wereldreiziger, de geblaseerde man
van de wereld.
Het boek gaat niet boven gewone goede
journalistiek uit, maar iedereen hoort
graag over verre landen vertellen, vooral
als er wat van vrouwen bij is. Dât is het
juist, wat het sukses van dit boek ge-
maakt heeft, deze titel, gedekt door de
goed befaamde vlag van de nouvelle revue
francaise.
Uitgaven van Paul Steegemann, Hannover.
Van de dadaïstiese uitgever Steegemann,
waarvan we de « Marstall ? in een vorig
nummer bespraken, ontvangen we een
pakje boeken, groen en rijp. Sensationeels
is er genoeg onder, maar onze bibliothe-
ken zullen er zeker niet veel van kunnen
gebruiken. Daar zijn : Liebesgeschichten des
Orient, mit einleitender Prosa von FRANZ
Brei. De bekende essayist komt in dat
inleidend proza op voor het recht van de
onomsluierde cerotiek en biedt dan bizon-
dere vertelseltjes aan uit het Ärabies, het
Sanskriet, hetChinees, het Syries, het oud-
Eeypties, het nieuw-Hindoestans, enz. ;
wij kregen sterk de indruk, dat de man
er heel wat van uit zijn eigen duim ge-
haald heeft. Dan is daar PETRONIUS, Die
Abenteuer des Encolp. Latinisten weten-wat
die inhouden : niets voor onze bibliothe-
carissen. Er is nog een okkulte vertelling
van EDWARD BULWER: Die Geisterseher,
over het voortleven na de dood; een
eerste deel van de Abenteuer des Detektivs
Dupin van E. A. Poe, de Klub der Selbst-
mörder van R. L. STEVENSON, alles zeer |