Full text |
heden
TEE OEE
nan
ú
|
|
Î
een geheel nieuwe opvatting wordt weer-
gegeven. -Persoonlikheden van huisbe-
zitters, na te gaan in alle hoeken en kanten
van hun woning.
Men zie op pl. 12 de voorhalle van de
Wener Hoffmann, verrukkelik in nieuwe
eenvoud en duidelikheid, strak van lijnen
en toch met een ruime plaats voor een
weelde van kleine bloempotten ! Heel an-
ders de ontvangstkamer van zijn stadse
noot Oskar Strnad op pl. 15: zij schijnt
gewoon en onopzettelik en enigzins kaal
tot de overwegen schikking wu duidelik
wordt dieu desondanks van de aanvang
af geboeid heeft. Gemoedelik gedistin-
geerd de woonkamer van Ed. Pfeiffer
(München) op pl. 33. Uiterst gracieus de
kleine slaapkamer van jean Krämer (Ber-
lijn) op pl. 119.
En dan die verzameling bibliotheekka-
mers, te beginnen met blz. 46. De in een
huurhuis geïmproviseerde boeken- en
pianokamer van Hugo Zorge (Weenen),
warm en intiem met de eenvoudige ver-
lengbare tafel waarvan de vertikalen de
opgaande lijnen van boeken en boekenrek
zo gelukkig herhalen, daarnaast de gro-
te horizontale van de stemmige vleugel.
Rijk de grote bibliotheekruimte van Prof.
Paul Schultze-Naumburg-op pl. 58. Ele-
gant maar tegelijk modern-strak en streng
het kleine bibliotheekje in een tuinpavil-
joen van Ed. Pfeiffer, op pl. 70.
Zeker mogen we niet vergeten te ver-
melden het juweel van pl. 66: de ont-
vangst-en werkkamer van Prof. Bruno
Paul zelve. Zij is bijna zelfs te mooi, fe vol-
komen en wee hem, die enkele weken in
een dergelijke omgeving geademd zou
hebben : wat moet hij zich elk uur van
zijn leven voortaan ergeren. E.D.B.
Jozer PEETERS: Acht Linos, Antwerpen,
J. Peeters. Fr. 5,00.
Acht afdrukken van linoleumsneden van
J. Peeters, die op de congressen voor
moderne kunst en elders opkomt voor het
goed recht van zijn « gemeenschaps-
kunst”.
Vooral de hoofdzakelik rechtlijnige
komposities boeien door hun zuiver en
krachtie spel. EE DEB.
Tijdschriften
Heel wat merkwaardigs is gedurende de
vakantiemaanden in de Europese tijd-
schriften weer verschenen. We beginnen
met onze eigen Nederlandse, en wel eerst
met Bibliotheekleven, waarin we
ditmaal enkel willen wijzen op een eenvou-
dig artikeltje dat echter velen onder onze
bibliothecarissen van dienst kan zijn :
Catalogiseeren, door Annie C. Gebhard
(Augustus-nummer). Den Gulden
Winckel van 5 Aug. bevat een lezens-
waarde studie van S. Posthuma over
het succesvolle boek. Bibliothecarissen als
partikulieren zullen hun voordeel kunnen
doen met het 7° Heft van Das deutsche
Buch (hrsg. v. d. deutschen Gesellschaft
für Auslandsbuchhandel, Leipzie), waar
een beredeneerde lijst van nieuwe atlassen
in voorkomt. En vooral willen we hier de
aandacht vestigen op het Mei-Julienum-
mer van het officieel Bulletin der Open-
bare Bibliotheken, een lijvige afle-
vering met o. a. zeer belangrijke stukken
over na-schoolsche werken en de manier om
264
daar toelagen voor te bekomen, over het
Amerikaansch bibliotheekwerk in de Fransche
verwoeste gewesten (door Jessie Carson), over
de eerste reeks officieele leergangen voor biblio-
thecarissen (Leo Jaumotte), enz.
Op het gebied van letterkunde brengt
De Stem (Julie) het slot van een zeer
mooie bijdrage van Frans Erens over
Anna Catharina Emmerich (Aug.-Sept.) en
De vertraagde Film van Herman Teirlinck.
Leven en Werken (Julie-Aug.) heeft
een ongewoon mooie bijdrage van Marie
Schmitz, Twee kinderen, een stuk over het
poppenspel door van Dokkum, met zeer
veel kennis van wat in het buitenland
bestaat of bestond maar geen kennis
blijkbaar van onze oude onoverschatbare
Antwerpse poesjenellen, verder (Sept)
Waarheen met onze jonge meisjes door Hen-
drika de Waal en door C. M. van Hille-
Gaerthé Het eerste huis voor ouders van het
nationaal reizend museum voor ouders en opvoe-
ders. In het Julie-nummer van Nederland
een zeer slecht gehumeurd stuk van Mau- |