Full text |
rits Wagenvoort over De Nederlandsche
tooneelschrijver en zijn publiek. Groot
Nederland brengst in het Sept.-nummer
een tooneelspel in drie bedrijven, Hans
Bart, van Nine van der Schaaf, van wie
eenmaal wel zal erkend worden dat ze
een van de merkwaardigste figuren is uit
de nieuwe Nederlandsche letterkunde; dit
belangrijk tijdschrift brengt ons ook koste-
lijk verhalend proza van Buysse : Duizend
en een indrukken.
De Vlaamse tijdschriften dan : In
Vlaamsche Arbeid van Julie-Augustus
een bijdrage van Jozef de Cock over
de verhouding van Prosper van Langendonck
tegenover zijn tijden zijn medewerkers in « Van
Nuen Straks”. In Onze Jeugd (Domini
kanerklooster, Gent) schrijft dr. Karel
Elebaers- over Nieuwe Stroomingen in de
Zuid-Nederlandsche letterkunde en R. Naveau
over De opvoedende waarde van de Natuur-
wetenschappen. In Het Vlaamsche Land
van 24 Juni, dat tegenwoordig wel meer
zulke buitenkansjes biedt, lezen we een
aantekening over de dichter Max Jacob :
deze bohémien, die de meesten zich wel
altijd als een volmaakt nihilist zullen heb-
ben voorgesteld, blijkt een diep gelovig
katholiek te zijn. Pittig ook in Ons Volk
ontwaakt van 10 Sept. een opstelletje
over Chesterton en zijn reis naar Lier.
Het tijdschrift van Antwerpse (en
niet-Äntwerpse) jongeren, Het Over-
zicht, bracht een Sept.-nummer met
bijdragen van F. Berckelaers, Fr. Naudts,
Burssens, Cockx, Jozef Peeters, P. Ver-
rijken, van Dooren, Geert Grub en Karel
Maes: het wordt al een respektabel ge-
zelschap en de uitgevers kondigen dan
ook aan dat ze van af | November regel-
matig publiseren zullen. Er staan vaak
gezonde dingen in dit tijdschrift, naast
overhaastig nagepraat. Tijd en arbeid
brengen hier wel schifting. — De Goe-
dendag bracht een Julie-nummer. Eens
was dit blad het orgaan van de Vlaams-
gezinde studenten van Middelbaar Onder-
wijs, thans is het een literair estheties tijd-
schrift waarvan het afzonderlik bestaan
naast tijdschriften als Het Overzicht
ons door niets gegrond lijkt : literaire en
grafiese medewerkers zijn over ‘t algemeen
dezelfden.
Uit het buitenland komt de Revue de
Genève met een overzichtelik opstel van
Johan Bojer over hedendaagse Noorse
schrijvers. Le Monde Nouveau van de
|° Julie heeft degelike studies, van J. H.
Rosny ainé e.a. over Einstein. De Mer-
cure de France brengt de 1° Julie een
overzicht van het werk van Lasserre door
Henri Lèbre. Het 15° Julie-nummer ‘ont-
hult de romantiese geschiedenis van Mata
Hari. Dit tijdschrift brenset bijna doorlo-
pend artikels over taaltoestanden in Elzas-
Lotharingen, die zeer, zeer leerzaam
zijn. De Nouvelle Revue Francaise
(Aug.-Sept.) brengt vertalingen van Wil-
liam Blake en Fritz von Unruh en een studie
van Jacques Rivière over de dichter Paul
Valéry.
Lumière (15° Junie-Julie) brengt een
welgevuld Rusland-nummer met goede bij-
dragen van René Arcos, Roger Aver-
maete, Léon Bazalgette, Jean-Richard
Bloch, enz. enz. L'Esprit Nouveau
kondigt in zijn 17° nummer een gedaante-
verandering aan : voortaan zullen jaarliks
twee dln. van 320 blz. verschijnen en ver-
der 8 kleinere nummers met korte aante-
keningen. Zo blijft dit tijdschrift, dat men
vaak het orgaan van de gezonde rede zou
willen noemen, op de bres voor een
bewust en goed omlijnd modernisme.
Vermelden we ten slotte het Julie-nr.
van Le Theâtre met geïllustreerde
opstellen over Saül van André Gide (Vieux
Colombier) en La vie est un songe (in l Àte-
lier). Onze Vlaamse Tooneelgids
(Bressel), Aug., brengt een behertigens-
waard opstel van Jan Bernaerts over
Volksontwikkeling door het Tooneel.
Een fink tooneeltijdschrift is Het
Masker, onder leiding van Simon Koster
(Nederlandsche Uitgeversmaatschappij te
's-Gravenhage) waarover we hier voor
‘teerst spreken. Het weet met bevoegd-
heid over de eigen Nederlandse toestan-
den te schrijven en volgt de internationale
produktie. Er verschenen enkele bizon-
dere nummers : het Joodsch-theater-num-
mer, het dans-nummer, enz., goed geïl-
lustreerd.
Kunst: In Der Cicerone (Nr. 15,
Äug.) vonden we een van de mooiste en
diepste studies die ooit over van Gogh ge-
schreven werden (door G. F. Hartlaub).
Caecilia brengt een zeer mooi verslag
over de Mechelse Denynfeesten (10 Sept.) :
wij lazen er geen betere in onze Vlaamse
pers. Voor het eerst vestigen we hier de
aandacht van onze lezers op het zo mooi
uitgevoerde Elseviers Tijdschrift,
Amsterdam, waarvan al de jaargangen
een kostbaar bezit blijven. Het brengt
goede literatuur (Streuvels en van de
Woestijne) naast goede en goed geïllus-
treerde opstellen over oude en nieuwe
kunst, boekbesprekingen, enz. In de laat-
ste nummers werden Käthe Kollwitz, de
achttiendeeuwer Cornelis Troost, E. T. A.
Hoffmann en anderen uitvoerig behandeld
263
5 id BE ne,
ensen nme ne - |