Full text |
behoorlijke wijze schiften, dan zal hij
zijn toevlucht hóeven te nemen, ge-
wis tot zelf lezen, maar meest — juist
omdat zelf lezen veel tijd vergt tot
al wat verschijnt op bibliographisch
gebied. Zonder veel inspanning en
zondér tijdverlies kan hij op die wijze
de onbenullige lectuur van de degelijke
lezing scheiden, boeken voor ontwik-
kelden en voor volwassenen, voor ie-
dereen en voor kinderen makkelijk in-
deelen, misvormende en vormende lec-
tuur opsporen.
Meerdere tijdschriften, gemeenlijk
zuiver-bibliographisch, leiden den bi-
bliothecaris langs dien kant op. Ik zou
zeggen: dàt is, met zooveel andere
werken, de boekerij, de eigen boeke-
rij van den bibliothecaris én voor zijn
opleiding én voor zijn kundigheid.
Dit wordt echter over het alnemeen
' ‘O
vergeten.
Ik heb al de catalogi van de erken-
de boekerijen in West-Vlaanderen
kunnen onderzoeken," en de vaststel-
ling is deze dat bijna al de boekerijen
allerhande boekengidsen catalogisee-
ren. Hc-e wilt U dat op dusdanige wij-
ze de! bibliothecaris als opvoeder kunne
handelen, wanneer hij de voor hem
bestemde kennis op de lezers afleidt.
Wil de bibliothecaris het vertrouwen
van de lezers behouden, wil hij de
smaakontwikkeling op gewenschte
manier nastreven, kortom wil hij de le-
zers opleiden, dan zal hij zijn boeken-
gidsen uit de boekerij nemen. De Bi-
bliothecaris immers moet, icm zijn op-
voedende taak altoos onder het oog te
houden, staan met psychologisch door-
zicht en met breede menschenkennis,
tusschen zijn boeken en zijn lezers.
Andere boekerijen hebben sommige
werken in den catalogus meeneh te
moeten aanteekenen met een R of een
RR, volgens het bepaald werk is ge-
schikt voor menschen met degelijke
zedelijke vorming of voor menschen bij
wie zulke lezing niet schaden kan. Dat
die teekens bij de aankomende jeugd,
belust op meer weten, de nieuwsgierig-
heid losrukken en bij 'de eerste gele-
genheid een stormloop naar die lang-
voorbehouden lectuur verwekken, dient
niet meer bewezen. Het resultaat is
dan ook betreurenswaardig : voor die
jeugd wordt het openbloeiend leven,
van de meet af aan, heel dikwijls ver-
gald of misvormd. Deze handelwijze
is zeer onpaedagogisch, en. houdt on-
vermijdelijk den goeden invloed van de
boekerij tegen...
Ik dring bij alle bibliothecarissen
ten zeerste aan, om den strijd in te zet-
ten tegen deze twen zeer onpaedagogi-
sche dingen...
LODE LAGASSE
Secr. v- d. Prov. Comm. v.
Verstand. Volksopl. te Brugge.
DE EERSTE KINDERLEESZAAL
IN ONS LAND
Een pluimpje voor St Jans Molenbeek en
Kindergeluk. — De Jeugdboekerij van Kin-
dergeluk (Bestuurder C. Baeyens), Em. Jacq-
mainlaan, 109, Brussel, bereikte in 1928
1.400 kinderen met gezonde lektuur. De
boekenschat steeg tot 4.100 werkên.
In het schooljaar 1927-28 werden 40.302
uitleeningen gedaan, waarvan:
15 % aan kinderen van 7 tot 9 jaar,
21 % aan kinderen van 10 tot 12 jaar,
45 % aan kinderen van 13 tot 15 jaar
19 % aan jongelieden van 16 jaar én ouder.
Stellen van 25 boekenwerden gratis uit-
geleend aan 47 onderwijzeressen, onderwij-
zers en leiders van genootschappen. Die
stellen werden uiterlijk om de drie maan-
den ingeruild.
Door innige samenwerking van het Ge-
ineentebestuur van St-Jans Molenbeek en
Kindergeluk kwam te Molenbeek, in de Ta-
34 |