Full text |
gij u op de studie zult toeleggen met nederigheid en stilte; dat gij u
van de boeken en hun bijhorigheden zult bedienen met de grootste
zorgvuldigheid ; en dat noch gij zelf, noch iemand anders door uw
raad of toestemming, enige verminking, openlike of geheime, veroor-
zaken zult aan een of meer van deze boeken hetzij door stelen,
veranderen, schrappen, ontsieren, verscheuren, snijden, aantekenen,
interligneren of door opzettelik bederven, uitvagen, verzwakken, of
door welke wijze van kwetsuur of ander misbruik dan ook, hetzij
gedeeltelik hetzij in hun geheel; maar dat gij tegen zult gaan, zoveel
als in uw macht zal zijn, ieder overtreder of overtreders en verslag
zult uitbrengen over hun gedrag bij de Onder-kanselier of zijn substi-
tuut die alsdan in funktie zijn zal, binnen de drie dagen nadat gij
er kennis zult van gekregen hebben : zo weze het door de ver-
dienste van Christus en volgens de leer van de heilige Evangelisten".
Koning Jacob I waardeerde het werk van Bodley zozeer, dat hij hem
patentbrieven toekende het jaar na de opening van de Bibliotheek,
die hij met de naam van haar stichter noemde. Hij maakte hem later
baronnet en zei dat zijn naam niet Bodley had moeten zijn maar
Godley, dat is door God.
Richard Bentley was een intellektueel wonder, die zeer spoedig het
ambt van bibliothekaris verkreeg. Aan zijn genie voor de studie
paarde hij een grote geestdrift voor de ontwikkeling van de weten-
schap, en met een bijna onbeschofte durf stapte hij heen over het ge-
roep van de halve geleerden die altijd schreeuwen naar degenen die
hen voorbijstreven. Deze strijdlustige wil, om zijn plannen ten uit-
voer te brengen doorheen een doolhof van snoodheden, is ook in
zijn loopbaan als koninklik bibliothekaris merkbaar. Op een en
dertig jaar en reeds zeer befaamd om zijn wetenschap werd hem ge-
raden de openstaande plaats van bibliothekaris van de koning te
aanvaarden. Zijn eerste gebaar was karakteristiek. Hij gebruikte de
enkele maanden die hem voor het verstrijken van de Licensing Act
overbleven zo goed, dat de verteller het betekenisvolle feit aanhaalt
dat hij „bijna duizend boekdelen afperste".
THEODOR WESLEY KOCH
(Vervolgt) |