Full text |
heeft dât zijn belang, zeker omdat hij in hoge mate als onverdacht, d.w.z. als onmiddellijk
niet-geïnteresseerd moet beschouwd blijven. Daarvan graag acte ook.
Fout is dan weer — ten opzichte van het doel — dat de auteur duidelijkheidshalve
nergens aangeeft wie zich tegen vele grieven in veertig jaar tijd onverdroten heeft
geweerd. Wie b.v. de vrijstellingen van diploma steeds bevochten heeft, en wie
zich tegen deze actie even zo blijvend verzet heeft, toen men de zaak nog erger heeft
trachten te maken (rechts én links a.u.b.).
Waarom verzwijgt de heer Dupré de pogingen die de Vlaamse Hoge Raad
zo pas nog aanwendde bij de Minister om de ideologische verhoudingen iets juister te
maken, alhoewel met eerbiediging van de Lamberty-formule dat niet zó nodig is, alhoe-
wel ongetwijfeld gewenst.
Tertio, onder welke invloed werd het statuut voor de aanwerving van inspec-
teurs uiteindelijk gewijzigd, en werden ook de adviezen aan de heer Minister, die niet
helemaal luisterde maar het tóch begon, in overeenstemming gebracht met de billijkheid ?
Steeds en altijd staat daar achter de Vlaamse Vereniging van Bibliotheekpersoneel !
Drie maal te reke. Het zou geen kwaad gekund hebben dit, ten bate van het gezag van
die Vereniging te zeggen, te drukken. „Politiek” was er niets aan verbruid, vermits zij
een zogezegd „rechts” voorzitter heeft geteld (en hij was niet de geringste), een jaren-
lang „partijloos” man ook, die zeker onverdacht moet geacht worden.
Er is op dit stuk meer, dat enigszins wrevelig stemt en „verdacht” klinkt. Indien men
in ons land aanvaardt, dat wie ook een politieke overtuiging mag hebben, dan houdt
zulks niet in, dat de eventuele „officiële” bibliothecaris links van tint, of neutraal, aldus
zijn functie waarneemt ! Wij kunnen ons de splitsing der persoonlijkheid djanters goed
voorstellen, en beweren het, als oprecht gelukkige mensen,-ook aldus te kunnen jusqu’à
l’épreuve du contraire. Het is beledigend, het anders voor te stellen. Toen de heer Dupré
ook ons oordeel inwon, zeiden wij toch onomwonden, dat de politieke opinie van de
bibliothecaris van een gemeente-bibliotheek in een katholieke stad ons wel interesseerde
qua persoonlijkheid, maar „ons in genen dele aanging”. Hij is collega zonder meer,
eveneens tot het tegendeel bewezen wordt. Deze mening hadden velen, die wij van de
enquête inlichtten, graag teruggevonden in De Standaard als component om gemakke-
lijker tot een vergelijk te komen.
Wij spelden deze argumentatie niet op, om nu op de vlucht te kunnen slaan, neen,
wij geven deze hier weer omdat de „rondetafelconferentie” (vóór de Kongolese op-
dook !) eveneens een voorstel van ons, Vereniging, is, en waarop vooralsnog (met of
zonder redenen) helaas, niet werd ingegaan. Wij hadden zelfs een katholiek voorzitter
gesuggereerd... Weer niets daarvan in de artikelenreeks ! Vóór de conferentie ooit kon
plaats vinden, werden de zaken aardig vertroebeld !
Dit alles verkleint wel enigszins de betekenis van de artikelen in constructieve zin ;
maar het zal ons niet weerhouden toch te praten daar waar dat nuttig en doelmatig is
voor ’s lands belang. Paris vaut bien une messe, en al heiligt het doel niet alle middelen,
ook in culturele zaken moet men realist en nuchter zijn, zijn humor bewaren en de
humane qualiteiten van vergevingsgezindheid hun rechten geven. Men vergete het niet
ook langs deze kant wonen eveneens mensen, waardige „gesprekpartners”, als wij de
thans zo dikwijls geijkte “interlocuteurs valables,, aldus mogen noemen.
3. EEN FUNDAMENTELE FOUT
Dat de reactie op ’s heren Dupré’s artikelen hier in een vrij omstandige tekst behandeld
wordt, mag niet als een bewijs van zwakte aangevoeld worden, wel als een erkenning
van de betekenis die er kan aan gehecht worden voor een verder gesprek, voor de op-
stelling van een positieve argumentatie, voor een verheldering niet van inzichten, maar
wel van de practische objectieven. Met intenties is de hel geplaveid.
3 |