Full text |
or Sawdust» (Papier of zagemeel ?), waarin hij er Op wijst dat de kwaal acuut is
sedert 1880.
In 1928 werd het onderwerp als dringend onderworpen aan een commissie van
experten door de Internationale Commissie voor Steil, samenwerking ihgesteld door
den Volkenbond, met verzoek de aandacht der Regeeringen te vestigen op de nood-
zakelijkheid voor documenten of drukwerk van blijvende waarde alleen papier te
gebruiken van beproefde hoedanigheid.
Hetzelfde jaar verklaarde een Engelsche autoriteit Mr Norman Parley dat elk
boek of stuk in Engeland gedrukt sedert 1870 reden tot ongerustheid gaf. Er zal
vermoedelijk een gaping zijn van een halve eeuw in onze archieven. In de 7 Oer jaren
werd de mechanische houtslijp ingevoerd, welke dra algemeen in gebruik kwam. Het
was niets dan zagemeel in bladen dat blootgesteld aan licht en hitte na enkele dagen
uit elkaar viel. Menig boek van het hoogste gewicht werd op dit vergankelijk papier
gedrukt. In September 1928 stemde de Library Association de resolutie : samen-
werking te zoeken met andere bladen om tot een algemeene oplossing te geraken; in
Engeland aan te sturen op het inrichten van een bestendig bureel voor papier-onder-
zoek; samen met de Uitgeversvereeniging de mogelijkheid te onderzoeken ten behoeve
/an de openbare, universiteits- en andere boekerijen (bij inteekening) een oplage te
drukken op bijzonder duurzaam papier.
Bij uitwisseling van gedachten bleek dat de Vereemgde Staten voor hun regee-
ringsuitgaven bepaalde eischen voor het papier gesteld hadden voorzien met een water-
merk: de Amerikaansche Adelaar met vier sterren ( *** ) voor 100 % lompen,
drie sterren (***) voor 75 % lompen, twee sterren .(**•) voor 50 % lompen, en
één ster (*) voor 30 % lompen.
Praciis-che mogelijkheden.
Drukkers, binders en uitgevers beweren dat in de tegenwoordige omstandigheden
de beheerskosten van de uitgave van alle of meest alle boeken op twee soorten papier
de onderneming te zwaar zouden belasten zelfs indien er voldoende bibliotheken werden
gevonden om door inschrijving de extrakosten van de betere papiersoorten te dekken.,—
Geen luxe-papier maar een stevig, en behoorlijk duurzaam papier.
Drie middelen blijven er dus over > het bepalen van graden; het bewerken van
de openbare meening om onderscheid te maken tusschen goed en slecht materiaal ;
de fabrikage, tegen handelsprijzen, van behoorlijk duurzaam papier.
Graden van duurzaamheid.
Absolute duurzaamheid alleen met grondstoffen uit klasse A (katoen, vlas,.
«S ^ateriaal mt ^asse H ls volkomen uitgesloten voor duurzaam papier. Ver-
gankelijk materiaal voor vergankelijke doeleinden is goede economie. Klassen B en C.
Rsparto en stroo-cellulose zijn van mindere kwaliteit dan houtcellulose. Toch is het
mogelijk dat zorgvuldig bereide esparto- en stroo-cellulöse beter en duurzamer papier
levert dan slordig' behandelde houtcellulose. Bijzondere aandacht verdienen twee veel-
gebruikte papier-soorten : «featherweight» en «kunst»-papieren.
78 |