Full text |
deze gelijkstellend met historische monumenten. Zoo werden 45 dezer bibliotheken
geclasseerd. Dit had staatstoezicht voor gevolg en stelde zekere voorwaarden voor het
aan te stellen personeel.
Het toezicht was overigens gewettigd doordat gewoonlijk het grootste en bijna
'altijd het kostbaarste deel van het fonds der bibliotheken staatseigendom is.
De meeste openbare bibliotheken der steden zijn n.l. samengesteld uit de verza-
melingen welke de Conventie had in beslag genomen van de kloosters, andere afge-
schafte instellingen en van vluchtelingen, en toegevoegd aan de bibliotheken welke
gesticht waren als aanhangsel van de «Ecoles centrales», ingesteld door de wet van
7 Ventôse jaar III. Bij het verdwijnen der «Ecoles centrales» werden die bibliotheken
«aan de beschikking en onder_ toezicht der gemeentebesturen gesteld», bij besluit van
8 Pluviôse jaar XI. Nooit heeft de Staat er aan gedacht zijn eigendomsrechten op
die boeken op te geven.
De Commission de la Lecture publique heeft nu eveneens een volhdeg programma
samengesteld en tdegelicht.
Dit programma splitst het waagstuk in 4 deelen
1 °- De landelijke bibliotheken; 2°. de bibliotheken in de steden; 3°. stichting van
een openbaar fonds voor bibliotheken ; 4°. oprichting van een openbaren dienst der
bibliotheken.
De landelijke bibliotheken zouden omvatten : een gemeentelijke bibliotheek in elke
gemeente en in elke hoofdplaats van een departement, een Dienst van wisselboekerrjen
die de gemeentelijke bibliotheken zouden aanvullen.
De dienst van wisselboekerijen zou van de stadsbibliotheek afhangen maar steeds
een afzonderlijk fonds blijven uitmaken.
De stedelijke bibliotheken zouden'in drie categories verdeeld worden : 1°. de
geclasseerde bibliotheken; 2°. de bibliotheken onder bestendig toezicht; 3°. de aange-
nomen bibliotheken.
Voor het stichten, de organisatie en het beheer van het openbaar fonds «Caisse
nationale des bibliothèques», heeft de commissie een volledig wetsvoorstel klaar
gemaakt.
Dit fonds zou voor zending hebben, te verhelpen in de onoordeelkundige verdee-
hng der kredieten, rekening houdend met de behoeften der verschillende gewesten; toe-
zicht te houden over de aankoopen en het aanschaffen van onnoodige dubbels te beper-
ken en anderszins de samenwerking tot stand te brengen.
Zij zou ook trachten middelen te vinden buiten de staatstoelagen om, en aldus
de kredieten merkelijk verhoogen.
len slotte wordt de instelling van een «Service central des bibliothèques» gehecht
aan het Ministerie van Openbaar Onderwijs, nopdzakelijk geacht. Deze dienst zou tot
taak hebben : Organisatie en ontwikkeling van het bibliotheekwezen, bestuur van het
personeel der bibliotheken, toezicht over materiaal en fonds der bibliotheken.
Aan de hand van dit verslag werd toen een wetsvoorstel neergelegd dat de ver-
wezenlijking van een gedeelte van het programma daarstelt.
74 |