Full text |
ambtenaren of vakmenschen, genaamd «Commission de la lecture publique», gelast
werd met een grondig onderzoek van het vraagstuk en het vastleggen van bepaalde
voorstellen in een verslag.
Dit verslag geteekend door den voorzitter der Commissie M. Victor Bérard werd
neergelegd in Maart 1930.
De Commissie begon met een grondig onderzoek van de bestaande toestanden,
dat alles behalve gunstig uitviel.
Cr werd aangetoond dat «de scholen in verre na niet voorzien zijn van de school-
bibliotheek .voorzien door het besluit van 1 5 December 1 91 5 ; dat de bestaande biblio-
theken over ’t algemeen très médiocres zijn; dat de boeken meestal te oud of in slechten
staat zijn ; dat in verschillende gemeenten slechts een kast zonder boeken
voorhanden is ; dat bijna nergens een leeszaal bestaat ; terwijl ouders en kinderen
verlangen, te kunnen beschikken over üitspanningslectuur, boeken over landbouw of
werken betreffende hun vak; dat overal waar een regelmatig voorziene bibliotheek be-
staat, de lezers toestroomen».
De Bibliothèque Nationale «tot nu toe de kostbaarste en de beroemdste van de •
wereld» kan onmogelijk voortgaan met het inbinden van boeken en bundels en kan
evenmin den aankoop van de buitenlandsche werken bijhouden. Vandaar dat haar
«internationaal clienteel van specialisten en geleerden haar verlaat om elders té gaan
werken, o.a. naar het British Museum».
De andere bibliotheken van Parijs (Arsenal, Sainte-Geneviève,1 Mazarine) kunnen
hun fonds niet vernieuwen of op de hoogte houden. Zij zijn nog slechts bewaarplaatsen,
herinneringen aan vervlogen grootheid.
De Universiteitsbibliotheken zijn verplicht hun aankoopen te verminderen, af te
zien van vervolgwerken en abonnementen op te zeggen van peroidieken die vroeger
onmisbaar geacht werden.
De Stadsbibliotheken in de Provincie hebben evenmin de middelen om de hoogst
noodige werken aan te koopen, zitten vast in bekrompen en ongeschikte lokalen, gevoe-
len een gemis aan geschoold personeel, veroorzaakt door de slechte bezoldiging en
verliezen vanzelfsprekend de belangstelling van het publiek.
De volksbibliotheken, op eenige rare uitzonderingen na, verkeeren onder alle
oogpunten in een erbarmelijken toestand. Ondergebracht in weinig aantrekkelijke lokalen,
hébben zij een totaal gemis aan eenigzins geschikte boeken. Geen enkel werk dat de
lezer kan verlokken, belang kan inboezemen of slechts een weimg gezonde uitspanning
kan bieden is er te vinden. In werkelijkheid zijn het nog slechts uitleenbureelen van
versleten boeken, een of twee uur per week geopend.
Dit alles is te wijten aan tekort aan kredieten.
De volgende tabel, opgesteld na onderzoek door de diensten van het Openbaar
Onderwijs, geeft de sommen welke door eenige der voornaamste Fransche steden besteed
worden aan hun bibliotheken, in totaal en in verhouding tot hun aantat inwoners.
72 |