Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>Ik begrijp ten volle al het treurige van uwen toestand, Iludolf; ik noch een mijner zonen, denk ik, zal u om uwe tienkbeelden een kwaad hart toedragen. Daarom verzet ik uni niet tegen het vertrek mijner Helena, wanneer zij er in Lteestemt en gij mij verzekeren kunt, dat er haar te Brussel u°egenaamd geen leed geschieden zal. --- Ik kan u verzekeren, moeder, dat niet het minste gevaar eu "Jelena bedreigen zal en dat andere vrouwen, echtgenooten zusiers mijner vrienden, haar naar het kamp reeds zijn '°erafgegaan. Dat Helena dan beslisse, sprak mevrouw Van Acken Met zekere aarzeling. cl Wel ja, dat zij dan beslisse, zeide Victor op eens, maar at mijne zuster eerst wete, dat onder de mannen in wie de el,ii"anclsche soldaten, op bevel haars echtgenoots zullen ;uieten, haar broeder André en ik zich zullen bevinden, dat eils wellicht als gekwetsten zal te verplegen hebben of ons dood aan de barrikaden of op het slagveld zal vinden liggen, w a:lil-leer, tot onze eeuwige schande, de Oranje's knechten tr ionifeerend binnen Brussel moesten trekken. Victor gij zijt onbillijk en wreed! onderbrak hem zijne zuster. g, ongelukkige, zwijg! riep de moeder tot haren un-14. Is cie ramp die ons treft niet groot genoeg, dat gij die -g ineet verergeren door uwe taal en uwe roekelooze daad °m de dood te gemoet te loopen? be--- Het is evenmin roekeloos, moeder, zijn land uit eigen ik we,ging als uit soldatenplicht te verdedigen, en wanneer ;lo leven waag dan is het om onze onafhankelijkheid, oze vrijheid te veroveren, onze rust, ons familiegelnk te Onrkeren, terwijl Rudolf het vooruitzicht levert aan onze onze eene misdadige hand te leenen en begint met ze zuster en uwe dochter, moeder, weg te rooven. eene beleediging! riep Rudolf verontwaardigd en reigend. 6</p>
</text>
|