Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>meisje hebben mijne vrienden en ik aan de dood ontrukt; zij heeft niemand meer op de aarde, op wie zij rekenen mag; ik vraag u, moeder, om haar als uw kind op te nemen. -- Ongelukkig kind, zuchtten mevrouw Van Ackeu en Helena tegelijk.</p>
<p>Heel kort vertelde Paul wat er gebeurd was.</p>
<p>Dit somber verhaal, op roerenden toon geschetst, maakte eenen onuitwischbaren indruk op al de aanwezigen. Rudolf gloeide van toorn, wanneer hij hoorde hoe zijne landgenooten waren -vervolgd geworden en hij naderde Grietje, als wilde hij haar beschermen. Toen Paul aan dit punt van zijn verhaal' kwam,. waar Grietje door den boer werd gered, kon Rudolf zich niet meer bedwingen en ging hij tot den-landbouwer, die met de muts in de hand zich aan de deur had gehouden, en sprak, hem de hand toereikende Heb dank, waardige man, voor uwe moedige daad. De boer aanvaardde de hand, drukte ze, maar zweeg. Het verhaal geëindigd zijnde, kon Victor zich niet bedwingen zacht te zeggen : En terwijl de broeder eene Hollandsche redt, komt eer' Hollander zijne zuster van hein wegrukken. Wreede toestand! Paul hoorde, die woorden, keek verbaasd Victor, dan de gansche familie aan, en vroeg wat dit alles beteekende. Hier ook werd het gebeurde verhaald. Hij was er hevig door aangedaan, als ook Grietje en den landbouwer. Alle de aanwezigen begrepen het pijnlijke van dien toe' stand en het ware van Victor's woorden. En weder kwam er stilzwijgendheid, door Paul afgebroken. Ik betreur van u te zullen gescheiden worden; doch JJC wil mij niet verzetten tegen uwe besluiten; ik ken ll,uwe harten zijn goed, volgt hunne inspraak, gij zult goed doen. Moeder, ik ben te meer verheugd aan de redding van dit meisje te hebben medegeholpen , omdat ik hoop u een° dochter te hebben weérgeschonken. Mevrouw Van Acken stond recht en begaf zich naar</p>
</text>
|