Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>waren geweest. En zij lieten met volle hoop in de toekomst, burgers, edelen en papen knoeien en antrigueeren, een afzichtelijken Staat vormen en stonden wellicht verstomd te zien, wanneer zij van alles werden uitgesloten en een koning als nagerecht van 't bloedig eetmaal kregen. Arm, onoozel volk, haddet gij niet gevochten, gij zoudt uwe kinderen bewaard en het niet slechter gehad hebben als nu.</p>
<p>De 27 September hadden de Hollanders Brussel verlaten en de 29 der zelfde maand verklaarde de Generale-Staten der Nederlanden Belgie en Holland gescheiden. Let wel op, het was slechts de bestuurlijke scheiding der beide landen, want koning Willem zag hoegenaamd niet van Zijne rechten als vorst op Belgie af, aangezien hij later nog een inval beproefde om Belgie op nieuw onder zijn scepter te brengen. En er waren vijftien jaren van strijd, ontelbare vervolgingen en gevangenen, meer dan duizend dooden noodig geweest om die scheiding, het misdadig werk van eenige dwaze diplomaten, te verkrijgen, die al deze rampen hadden kunnen vermijden, zoo zij zich tot de volkeren hadden gewend, over wiens lot zij te beslissen kregen, in Plaats van in hun dwazen trots, slechts op hun gebrekkig oordeel of op hunne schandelijke hebzucht af te gaan. , Na den 27 September deed 't volk niets meer. De barril'adenstrijd was geëindigd en met hem de rechtzinnige, riiheidsminnende en onbevlekte omwenteling. Dan begon °P nieuw het werk der diplomaten, die ons reeds zoovele °nbeilen op den hals hadden gehaald en wiens knoeierijen ons machtigen, al te veel betaalden koning, een landruïneerend leger, eene volksverdrukkende grondwet en een heerschenden stand, in hebzucht en volkshaat nergens overtroffen, kostten.</p>
</text>
|