Full text |
TWEE DRAMAS VAN GEORG KAISER
„Gilles und Jeanne“
Verlag Kiepenheuer, Potsdam.
„Die Flucht nach Venedig“
Verlag „die Schmiede", Berlin.
Georg Kaiser hoort tot de meest gespeelde tooneelschrijvers in Duitsehland, en
het lijkt wel of de belangstelling die hij vindt zijn productiviteit verhoogt.
Verleden jaar heeft hij drie stukken gepubliceerd die alle drie, geloof ik, — van
twee weet ik het zeker —' reeds gespeeld zijn.
Het valt niet te loochenen dat hij een buitengewone bekwaamheid bezit en alle
middelen beheerscht om een publiek te boeien. Zijn onderwerpen zijn altijd
belangrijk en hij weet ze te vormen ; maar de indrukwekkende manier waarmee
hij dit doet gaat de diepte van zijn problemen veelal te boven.
De onontkenbare deugd van zijn stukken is de levendige saamvattende taal,
waarin ieder persoon, zonder een literair resumé te geven, in korte omtrekken
de situatie karakteriseert. De gesprekken zijn beknopt, zich beperkende tot de
ontwikkeling van het dramatische geheel. Nergens geeft hij stemmingen op zich
zelf, geen lyrische ontboezemingen, geen zielsontledende uiteenzettingen. Ik
vindt dat juist het laatste het groot verschil maakt met de werkwijze van Suder-
mann, waarmede een duitsche kritikus hem onlangs vergeleek, hem noemende de
„Sudermann des Expressionismus". De kracht van dit gebeitelde proza heft zijn
stukken dadelijk op een ander plan dan de toenmalige pogingen de werkelijkheid
weer te geven.
In hun innerlijke constructie geven zijn stukken niets nieuws tegenover het tot nu
toe bereikte.
Het lot van George Sand (zijn drama „Die Flucht nach Venedig“ geeft een
episode uit haar leven) die in geen van haar galante avonturen de vervormende
kracht der liefde ondergaat, telkens alleen een nieuwe stof voor litterair werk
opdoét, heeft veel van het lot van Kaiser : door welke soort van aanraking hij
ook zijn concepties ontvangt : wat hij voortbrengt blijft het product van een
kranig intellect dat genoeg van de menschnatuur afweet om ze in telkens nieuwe
typen te herscheppen. Maar om een mysterïe-spel te schrijven, zooals hij dat
blijkbaar beoogde in zijn drama „Gilles und Jeanne“ schieten zijn talenten te kort.
In dit drama geeft hij een vrij uitgevonden combinatie van twee legenden : die
van Jeanne d’Arc en van Gilles de Rais, de sadist bij uitnemendheid, wiens
moordzucht de faam van Blauwbaard liet ontstaan.
Het spel is een kleurig maakwerk, waarin zich in de twee hoofdpersonen de
meest.uiteenloopende tendenzen kruisen. Een mysterie, zonder een zweem van
geheimzinnig goddelijke verlossing, is de spil van ’t geheel.
Gilles wordt niet verbeeld als de ziel die naar verlossing streeft uit haar vleesch-
lijke begeerten; hij vertegenwoordigt de tragiek der bronst, het willoos aaneen- |