Full text |
gesmeed zijn met het zinnelijk beminde, het tot in het exces opgevoerde
Ik-gevoel, dat niets laat gelden dan zijn begeerten. Hoogste verzadiging zijner
driften verlangend wil hij de maagdelijkheid van de hemelsche uitverkorene
schenden „Keuschheit überglast wieder die Erde — unübertrefflich die Zertrüm-
merung dieses Spiegels. Ich verwüste die erste Jungfrau!"
En het tegenspel : Jeanne. In ’t begin geheel en al vervuld van haar taak de
slag te leiden, hem nauwelijks opmerkend, — en dan plotseling bewogen door
zijn ellende haar eigenlijke roeping daarin begrijpend : verlossing te brengen „in
des verworfensten Menschen lichtlose Holle." Met één volmaakten misdadiger
tot inkeer te brengen zou de wereld meer gebaat zijn, redeneert zij, dan door een
zegevierend volk.
Zij zelf wil het offer zijn; op ’t beslissende moment werpt ze haar wapens weg
en geeft zich gevangen.
Het stuk begint onmiddelijk na de slag bij Azincourt, waar Jeanne met het leger
dat Gilles de Rais den onvoorbereiden koning ter beschikking stelde (onder
voorwaarde dat zij de leidster mocht zijn) haar wonderlijke overwinning behaalde
over de engelsche troepen. De tweede slag, waar hij weigert aan zijn soldaten
bevel tot aangrijpen te geven, omdat zij zich niet aan hem wil overgeven, wordt
verloren.
Er volgt het proces waar hij, uit wraak voor haar verzet, haar beschuldigt haar
boeleerende met den duivel betrapt te hebben. Zij verdedigt zich niet, wordt
veroordeeld en verbrand.
Teruggekeerd in zijn slot pleegt Gilles — krankzinnig van ’t ongebluscht begee-
ren Hf geweld aan boerenmeisjes, misleid door zijn alchimist die haar in de
bedwelming van goochelaarskunstjes als de herrezen Jeanne wil doen uitkomen,
;— wordt tenslotte vervolgd door de ouders van de vermoorden en voor zijn mis-
drijven gevangen, zonder nochtans innerlijk van houding te veranderen.
In het proces, geleid door kerkelijke machthebbers, — de vertegenwoordiger van
de paus en ook de koning van Frankrijk is aanwezig -—■ blijft hij zijn schuld
loochenen, tot de bovenaardsche verschijning van Jeanne hem plotseling een
nieuwe zelfbezinning schenkt. Bekennend wenscht hij te sterven, even als zij.
Maar de plotselinge extase waarin zijn stugge zelfbehoud bezwijkt is geen zijn
menschlijkheid zuiverende zielsbevrijding, geen overwinning der liefde : wat hem
drijft blijft tot het laatste toe het zelfde verlangen dat hem haar begeeren liet, en
nu — bij haar verschijnen en verdwijnen — den weg wijst haar in den dood te
volgen, om haar eindelijk te bereiken : de weg der hysterie, geen offer. Een
oplossing dîe niets verzoenends heeft.
Uit deze gegevens (de figuur van Jeanne is tegenover het lot van Gilles drama-
tisch heel zwak behandeld, Kaiser mist blijkbaar het vermogen zielskrachten te
verbeelden) is een laaiend spel van hartstochten ontstaan, waartegen het contrast
van den nuchter redeneerenden koning van Frankrijk goed uitkomt. Dit door de
vergissing van de troonopvolgingswet toevallig op den troon verzeild geraakt
individu, — de nar op den troon, en toch een soort superioriteit over zijn omge-
159 |