Full text |
Erfgoed
Academisch historisch onderzoek en de lokc
erfgoedhouden het waarom van een relatie
die er niet is
Op 18 maart vond H het Antwerps Provinciehuis een studiedag plaats
over^ registratie van erfgoed bij lokale erfgoedhouders. Enk Aerts was
uitgenodigd zijn visie te geven op de verhouding tussen academici en lokale
erfgoedhouders. Hier volgt een licht bewerkte tekst van zijn voordracht.
Hoe de relaie samenvatten tussen enerzijds het historisch
onderzoek aan onze Vlaamse universiteiten en anderzijds
de plaatselijke erfgoedhouders zoals heem-, geschied- en
oudheidkundige kringen, archeologische verenigingen
én volkskundige genootschappen, documentatiecentra en
thematische erfgoedcentrc '? Het ietwat radicale antwoord
in de ondertitel zal sommigen verbazen of zelfs verbijste-
ren^ maar er zijn enkele gemckkelijke excuses. In de eerste
plaats ben ik verplicht te veralgemenen, ik ben immers niet
vertrouwd met wat er in cille departementen, subfacultei-
ten, vakgroepen en afdelingen geschiedenis aan al onze
Vlaamse universjteiter gebeurt. Wat volgt,- is een persoonlijk
-credo gevoed door mijn eigen ervaring aan het aeparte
ment - sinds begin 2006 subfaculteit - Geschiedenis van
de KU Leuven. Verder jfiad ik$}et voorrecht jarenlang een
dubbel leven te leiden. Eerst als archiefinspecteur in het
Algemeen Rijksarchief te Brussel, nadien, als diensthoofd
van het Rijksarchief Antwerpen heb ik allerhande lokale
verenigingen van dichtbij Ieren kennen. Zoals de meeste
van mijn oud-collega's archivarissen en conservators werd H
diepgaand beïnvloed, zij: het niet altijd even gecharmeerd, ,
door de razendsnel aan populariteit winnende erfgoed-
idee2. Met een aantal van deze verenigingen maakte ik
kennis omdat zij zelf hoeder Van openbaar erfgoed waren
en daarom vielen onder de archiefwet en het toezicht van
het Rijksarchief. Andere verenigingen werkten ijverig aan de
ontsluiting van erfgoed binnen het Rijksarchief zodat vormen
van samenwerking of taakafbakening zich opdrongen.
ERIK AERTS is hoogleraar KU Leuven
subfaculteit Geschiedenis
erik. aerts@arts .kuleuven, be
eregeld bevraagd. Maar misschien is het tekenend d
eeldbank voornamelijk als illustratiemateriaal bij en n
ndersteuning van wetenschappelijk werk wordt gebru
oorts gaat het hier om een Initiatief van plaatselijke e
oedhouders van enig kaliber, zoals de stadsarchiefdi
an Mechelen en Lier, erfgoedhouders die door hun hi
che achtergrond, financiële armslag, institutionele stal
®; continuïteit, performantie en dies meer de lokale kri
-n verenigingen, die hier centraal staan, ver overschri
Dok andere voorbeelden van samenwerking tussen ur
iteiten en plaatselijke erfgoedverenigingen kunnen w<
jeciteerd. Zo loopt er al enkele jaren een interessant j
jssên de 'Zonnebeekse heemvrienden' en de Kulak, c
idieerd doof onder andere de gemeente, de provinc
ïn de Vlaamse Gemeenschap, voor de digitale ontslu
ran het archief van de voormalige plaatselijke augusti
abdij4. Meer beperkte, maar ook meer frequente vorr
/an contact kunnen worden' afgeleid uit het feit dat sc
academische historici lid zijn van een lokale kring of '
ainq qëreqeld voordrachten geven op plaatselijk niv<
^ a' z m j. l i i- _____i~r~u süllsll
En natuurlijk schuilt er in die radicale ontkenning een lichte
vorm van overdrijving. Links en rechts zijn er wel degelijk
contacten of zelfs vormer, van samenwerking. Een eerste
voorbeeld is de aantrekkelijke 'Regionale beeldbank van de
'interessantste, oudste en/of waardevolste' foto's, postkaar-
ten, pentekeningen en andere afbeeldingen, een initiatief
van de Erfgoedcel Mechelen samen met de stads- en
gemeentearchieven, documentatiecentra en cultuurdiensten
van Mechelen,iier, Duffel, Heist-o/d-Berg en. Pufte3. Deze
digitale collectie wordt aan de universiteiten eveneens
t de beste wil van de wereld kan ik in deze versni
kpunten en doorgaans vluchtige contacten geen n
peuren. Daarvoor blijft het allemaal te onsystemati
onderlijk, vrijblijvend, onevenwichtig ook. Een nee
duurzame samenwerking is iets heel anders. Ik wil
angrijkste oorzaken achterhalen waarom die relati
en het academisch onderzoek en het lokale erfgo
op en meer bepaald de erfgoedhouders, zo wein
lesproken of zichtbaar is en in vele gevallen, corf
^uitgangspunt, gewoon niet bestaat. |