| Full text |
beheerr.aden van de erkende boekerijen :
! Alle werken in strijd met de goede zeden
of ’s lands instellingen dienen uitgesloten te
worden. ”
Het staat vastj dat de wetgever er uit-
drukkelijk aan gehouden heeft, den biblio-
thecaris vrij te laten in de keus zijner
boeken. Geen bibliothecaris zal onzedelijke
werken of boeken die ’s lands instellingen in
gevaar brengen in zijne boekerij opnemen.
Door die zeer rekbare bepalingen in de
voorwaarden van ondersteuning bestaat er
gevaar voor misbruiken. Daarom dienen wij
ook den wensch uit te drukken dat er geen
dwang uitgeoefend worde op de bibliothe-
carissen. De wet moet geëerbiedigd worden,
ook bij het verleenen van toelagen.
Het inrichten van openbare boekerijen.. —
Heer Baekelmans leidt deze bespreking in.
Bij het bepalen der voorwaarden voor het
aannemen van boekerijen, werd ook niet
voorzien wat de gevolgen der toepassing
konden zijn. In vele gemeenten worden
krachten en geld verspild aan afzonderlijke
kleine boekerijen. Toelagen en geschenken
van Staat, provintie en gemeente moeten
verdeeld worden. Beter ware het die kleine
boekerijen te versmelten om zoo met dezelf-
de middelen, veel gunstiger uitslagen te
bekomen. Door de inspecteurs werd reeds
getracht in dien zin verbetering te brengen,
doch niet altijd met gunstig gevolg.
Heer De Corte vrzoektidie zaak nader te
onderzoeken. Dit princiep zou kunnen leiden
tot het benadeelen, door sommige besturen,
der boekerijen van andere gezindheid.
De voorzitter antwoordt dat daarvan nooit
spraak kan zijn. De versmelting is natuur-
lijk slechts mogelijk van boekerijen een er
zelfde strekking.
Documentatie van ons orgaan. y&Ê Heer De
Bock zet de leden aan tot meër medewerking
aan den Bibliotheekgids.
Inlichtingen en bijzonderheden over
hunne boekerijen, mededeelingen over we-
tenswaardige gebeurtenissen in hunne, of
omliggende gemeenten, moeten verstrekt
worden. Allen moeten het hunne bijdragen
om het orgaan zoo volledig mogelijk op de
hoogte te houden.
Voordrachten. Heer Posthumus had
reeds vroeger het voorstel neergelegd voor-
drachten in te richten. Er dient nog veel
gedaan om de smaak van het publiek te
louteren. De bibliothecaris heeft zeer zelden
de gelegenheid zijne lezers voor te lichten.
Meestal ontbreekt hem de tijd. De onder-
vinding heeft geleerd dat het voldoende is
dat op een andere wijze de aandacht van
het publiek gevestigd wordt op een of ander
werk om dadelijk de algemeene belangstel-
ling er voor gaande te maken. Door het
geven van voordrachten kan die belang-
stelling dus gewekt worden voor goede
lektuur.
De voorzitter stemt ten volle in met het
plan. Het inrichten van voordrachten brengt
echter kosten mede. De vereeniging beschikt
niet over de middelen om die uitgaven te
bestrijden. Daarom had het bureel reeds
gepoogd daarvoor plaatselijke komiteiten aan
te stellen welke dan staatstoelagen zouden
bekomen.' Hij doet een beroep op den heer
Bouchery, als volksvertegenwoordiger, om te
trachten die toelagen op voorhand te doen
uitkeeren.
Heer Bouchery verklaart dat het konink-
lijk besluit daaromtrent formeel is. Slechts
nadat de voordrachten gehouden werden en
een verslag ingeleverd is, kunnen staatstoe-
lagen toegekend worden.
Hij is overtuigd dat in de meeste ge-
meenten een komiteit kan gevormd worden.
In Mechelen bestaan verschillende kringen,
waarvan er zeker zullen bereid zijn om zulke
nuttige voordrachten in te richten.
Het bureel wordt gelast met het samen-
stellen eener reeks voordrachten welke dan
zouden gegeven worden waar er kans is.
Propaganda. —■ De voorzitter veronderstelt
dat in Limburg vooral, en voor de vereeni-
ging en voor het bibliotheekwezen in ’t al-
38 |
