Full text |
Deze grenzen en gebreken zijn natuurlijk niet in dezelfde mate bij elke traditionele onder-
werpscatalogus te vinden, en alomvattende perfecte informatiemiddelen bestaan met. Van
daar de vraag : is die catalogus, ondanks alles, niet een instrument dat aan een reele nood
voldoet, dat veelvuldig en met groot nut geraadpleegd wordt? Over het
gebruik
van onderwerpscatalogi is reeds heel wat onderzoek gepleegd. Het probleem is echter, dat
men de resultaten moeilijk kan veralgemenen, omdat de benaderingswee, de vraagstelling en
situationele factoren bij dergelijke gebruikersstudies een enorme invloed kunnen uitoefenen
Een bijzondere belangstelling verdient wel een Duitse studie over ca. e.OOO gebruikers van 6
grote universiteitsbibliotheken, omdat ze vrij jong en omvangrijk is en de betrokken bibho
theken allicht meer dan andere het patroon van onze universiteitsbibliotheken benaderen. Het
is dan ook vooral op de -| zij het voorlopige^ resultaten van die studie ( ), dat de hierna
volgende gegevens en beschouwingen steunen.
Onder de studenten-gebruikers van de 6 centrale bibliotheken zijn er ca. 20 à 40% die dikwijls
of zeer dikwijls de onderwerpscatalogus raadplegen ; neemt men er de categorie soms dij,
dan komt men tot ca. 45 à 65%. Het gebruik van auteurs- en titelcatalogus ligt 20 a o
hoger. Er wordt dus toch in vrij ruime mate gebruik gemaakt van de onderwerpscatalogus^
maar veel minder door de richtingen natuurwetenschappen en techniek ; deze groep orien ee
zich liever in de rekken van leeszaal, "Lehrbuchsammlung" en open-kast-collectie, maa
weinig gebruik van bibliografieën en andere formele middelen maar doet gretig beroep op in-
formele communicatiekanalen (b.v. de wijsheid van commilitones).
In i algemeen echter geldt voor degenen die naar de bibliotheek komen om literatuur te
zoeken over een bepaald probleem of een speciaal gebied ('*), dat de meerderheid eerst grijpt
naar de onderwerpscatalogus, dan# eigenaardig genoeg voor een probleemonderzoek
naar de auteurs- en titelcatalogus, in de 3e plaats naar literatuurlijsten «n vakboeken en pas in
de 4e plaats naar bibliografieën ; in de 5e plaats gaat men rechtstreeks naar de rekken in de
6e plaats doet men beroep op het bibliotheekpersoneel en tenslotte komen documentat.e-
kaartsystemen in aanmerking.
Anderzijds blijkt dat van de ondervraagden die de onderwerpscatalogus dikwijls gebruiken,
3/4 vinden wat ze wensen ; degenen die hem maar zelden raadplegen, kennen slechts voor de
helft succes (18 19).
(17) K. W. NEUBAUER. Management von Universitatsbibliothekssystem [sic] unter Bervcksichtigung neuester
Daten in der Bundesrepublik Deutschland. In : EUR1M. A European conference.... London. 1973. p. 1b3-l // . .
Katalogbenutzung. Fernleihe. Bibliothekssystem einer Universitët. In : Zeitschrift fur BibHothekswesen und B.bhographw
Sonderheft 18, 1974, p. 118-139; J. STOLTZENBURG. Ziele und Methoden der Projekte zur Benutzerforschung
wissenschafthchen und öffentlichen Bibliotheken, ibid.. p. 111 -117. De studie werd uitgevoerd beg.n1973 en beperKte
zich tot gebruikers die tot de betrokken universiteiten behoorden ; de ondervraagden kregen niet a en z
(18) Aan "Problemrecherche" doen 55% van de gebruikers, op auteur zoeken 67% en op titel 50%. Maar het is
uitgesloten dat "zumindest ein Teil der Befragten Autoren- und Sachtitel-recherche nicht auch als ro emrec er
verstanden haben könnte" (K. W. NEUBAUER. Katalogbenutzung..., p. 119)- . .
(19) K. W. NEUBAUER. Katalogbenutzung..., p. 120. Bij een mini-onderzoek met "teilnehmende Beobachtung in am “
vonden ca. 18% der studenten geen enkele titel, ca. 30% een of twee titels, ca. 50% meer dan twee tite s .
SCHERT. Untersuchungen zum Informationsverha/ten von Studenten am Sch/agwortkata/og der Staats- un^ ,
bibliothek Hamburg (Schriftenreihe der Bibliothekar-Lehrinstitute, Reihe A. Examensarbeiten, Heft 17/ ). ri ,
1974, p. 189-190.
170 / Bibliotheekgids — Jg. 52 — Nr. 3 — 1976 |