Full text |
Men poogt nu dé ontsluiting te bevorderen door een aantal andere middelen, waarvan de
voornaamste zijn : 1» een uitgebreid bibliografisch apparaat (20.000 voL in de cataloguszaal)
met een bijbehorende trefwoordencatalogus die ook onzelfstandige bibliografieën beva ,
2° een "Neuerwerbungskartei". waarin de nieuwe aanwinsten per verschijningsjaar en
zakelijk ingedeeld in grote groepen (b.v. Europese geschiedenis) worden ondergebracht en die
zou beperkt blijven tot vier jaargangen. Het voortzetten van de traditie wor t en e
wogen voor de gebieden die door de genoemde middelen onvoldoende ontsloten worden en
waarvoor in de overeenkomstige deelbibliotheek geen onderwerpscatalogus aanwezig is ( ).
Uit een kleine enquête van 1973 (27 28) blijkt, dat in ca. 23% van de gevallen beroep gedaan
wordt op de aanwinstencatalogus, in ca. 21 % op de bibliografieën en evenveel op de oude
onderwerpscatalogus. De bibliografische trefwoordencatalogus schijnt geen succes te zijn
wellicht omzeilt men hem door rechtstreeks in de rekken te zoeken. Anderzijds zijn er nogal
wat verschillen naargêlang de studierichting; zo is b.v. de catalogus van het Institut fur
Weltwirtschaft” het instrument bij uitstek voor de economisten, vermits die voor 71 % va
hun informatie daarop terugvallen.
Uit al hetgeen me bekend is, kan niet met zekerheid geconcludeerd worden dat het Marburgse
systeem ten volle bevredigt. In bepaalde gevallen zal men voor een eerste oriëntatie genoeg
hebben aan de naslagwerken in de leeszaal, en wellicht kan ook de aanwinstencatalogus
daarbij dienstig zijn ; in andere gevallen zal men daarvoor via de bibliografische hulpmi e en
moeten gaan. Wanneer iemand b.v. een scriptie moet maken, kan hij, pedagogisch gezien,
veel beter vertrekken van een gids tot de literatuur van het vak dan van een onderwerps-
catalogus (29 30). Maar of de gebruiker geneigd is tot een dergelijke systematische aanpa , ya
wat te betwijfelen, ook al omdat — volgens de eerder geciteerde Duitse studie de biblio-
grafieën nu eenmaal niet zo geliefd zijn. Wellicht moet er een grotere impuls kome" *an d®
faculteiten om de studenten tot een minder simplistische zoekstrategie te bewegen ). o
een informatiedienst kan daarbij helpen, maar men doet in | algemeen ook met zo vlot beroep
op hulp van het personeel. Nochtans moet er heel wat te bereiken zijn d.m.v. aangepaste
bibliotheekinstructie en begeleiding (31 32), die er trouwens ook nodig is voor een optimaa
gebruik van een traditionele onderwerpscatalogus ( ).
Wat met degenen die eenvoudig enkele goede werken willen raadplegen over een bepaald on
derwerp? Indien er recent materiaal voorhanden is, kunnen ze wellicht uitkomen met de
''Neuerwerbungskartei''. Zo dat niet het geval is, blijft hen alleen de omweg via de biblio-
grafie. Ofschoon eigenlijk niet bekend is hoe frequent dit voorkomt (33), zit daar toch vyell.cht
het zwakke punt van het Marburgse systeem. Een oplossing voor dat probleem kan, a gezien
van een ruime open-kast-collectie, wellicht gevonden worden d.m.v. de
(27) H.-J. SCHOLZ, o.c.. p. 278, en persoonlijke mededeling van de auteur.
(28) W. GOERGENS - H.-J. SCHOLZ. Ergebnisse einer Benutzerbefragung in der Sachauskunft. \n:UB intern, ittei ungen
Universitats-Bib/iothek Marburg, Jahrgang 1974, p. 263-269. « «62-
(29) T. FREIDES. Li te rature and bibliography of the social sciences (Information sciences series). Los Angeles, . P-
265.
(30) Een dergelijke impuls is wel moeilijk te realiseren, indien de faculteiten geen introductie in de vakbibliografie en et
literatuuronderzoek verzorgen. Vgl. A. M. W. LAMMERS-VERDEGAAL. Het optimaliseren van het gebruik van de weten-
schappelijke bibliotheek. In: Open, 6 (1974), p. 555-561. . . , N
(31 ) Een aantal belangrijke bijdragen daarover zijn bijeengebracht in Educating the library user (ed. J. LUBANt», jr
York - London, 1974. ion
(32) Zie b.v. A. MALTBY. U.K. Catalogue use survey. London, 1973, p. 20-22, en H. TINSCHERT, o.c„ p. - ■
(33) Vgl. H. LOHSE. Universitâtsbibliotheken - Institutsbibliotheken. Anmerkungen zu aktuellen Fragen der Bibhothesstru ur
(Forschungsstelle fur Buchwissenschaft an der Universitât Bonn, Kleine Schriften, 9). Bonn, 1972, p. 37.
772 / Bibliotheekgids — Jg. 52 — Nr. 3 — 1976 |