Full text |
Bibliotheek-& archiefgids, 83 (2007) I
GIDS
betrekking heeft, bevat de GIDS ook informatie over 'domei-
nen', zoals gezondheid en cultuur. Het beheer daarvan is in
handen van 'domeincoördinatoren', die afkomstig zijn uit de
deelnemende openbare bibliotheken of uit bibliotheekorga-
nisaties. Ook heeft elke domeincoördinator de verantwoor-
delijkheid over een team van 'domeinspecialisten', dat zorgt
voor de uitbreiding en het onderhoud van de trefwoordenlijst
van de GIDS. De domeincoördinatoren tezamen vormen
het 'domeinredactieteam' dat gecoördineerd word’ door üe
Vereniging.
Rol van openbare bibliotheek en lokale
partners in het G/DS-nelwerk
Elke deelnemende openbare bibliotheek is verantwoordelijk
voor de ingevoerde informatie op lokaal niveau en zorgt dat
de aangeleverde informatie van de lokale partnerorganisa-
ties correct zichtbaar wordt. Zij vervult dus als het ware een
redactionele functie. Haar lokale partners - alle sociaal-
maatschappelijke, welzijns-en culturele non-profitorgani-
saties en vrije beroepsbeoefenaren met maatschappelijke
functies- kunnen ook zélf in de GIDS werken, maar alleen
op voorwaarde dat zij als gebruiker geregistreerd zijn. Zij
krijgen dan toegang tot een eigen, beperkt deel van de
GIDS, waarin zij op basis van centraal vastgestelde criteria
hun eigen gegevens invoeren en updaten. De bibliotheek
blijft ook over deze informatie redactionele verantwoordelijk-
heid dragen.
Landelijk dekkende evenementen of gegevens worden per
onderwerpsniveau door enkele hiervoor geselecteerde
bibliotheken ingevoerd. De invoer van adresgegevens wordl
vergemakkelijkt door twee belangrijke hulpmiddelen: een
'postcodetabel' om de juiste straat- en plaatsnaam in te
voeren, en een 'trefwoordenlijst'. Die laatste is voor zowel
de GIDS als de Internef-GIDS ontwikkeld en zal voortdurend
uitgebreid en aangepast worden aan de behoeften van de
gebruikers.
Zodra alle gegevens ingevoerd zijn, kunnen bibliotheken en
alle organisaties die aangesloten zijn bij de GIDS ze kop-
pelen aan hun eigen website of aan een website rond een
bepaald thema. Daarnaast is het mogelijk deze gegevens
te exporteren naar gedrukte folders en adresgidsen. Dit kan
vlot gebeuren, omdat gewerkt wordt met open standaarden
én omdat er in de GIDS een aantal speciaal ontwikkelde
tools werden voorzien. Zo werd een contentmanagement-
systeem ontwikkeld waarmee elke organisatie ^ op basis
van haar gegevens in de GIDS - gemakkelijk een eigen site
kan bouwen. Achteraf kan bijkomende informatie worden
toegevoegd. Voor organisaties die al een website hebben,
worden sjablonen ontwikkeld voor de import van GIDS-
gegevens in HTML. Zodra alle bibliotheken hun gegevens
hebben ingegeven in de GIDS, zal alle informatie vanuit
één plaats vindbaar zijn voor de burgers in Nederland en
daarbuiten.
I.n tegenstelling tot het oorspronkelijke idee - waarbij elke
basisbibliotheek2 vercnlwoo'delijk zou zijn voor dc invoer
van gegevens van het eigen werkgebied op één manier die
ze naargelang van de plaatselijke omstandigheden zelf kon
bepalen - geeft men momenteel de voorkeur aan. uniformH'A
toit bij het ingeven, hergebruiken en uitwisselen van de
eigen gegevens en de gegevens van anderen. Een goede
samenwerking tussen landelijke en provinciale bibliotheek-
organisaties en lokale bibliotheken is hiervoor een essentiële
voorwaarde.
Toepassingen van de GIDS
De GIDS kan een basis zijn voor verschillende toepassin-
gen. Niet alle bibliotheken zijn er echter op dezelfde manier
mee gestart. Zo is de bibliotheek van Assen - op basis
van lokale prioriteiten - begonnen met dé invoer van de
domeinen 'maatschappelijke ondersfeuningnfen 'cultuur', de
Bibliotheek Vlissingen mei ce invoer van alle denkbare en
vindbare gegevens van non-prof:torganisaties in Vlissingen.
Ook de presentatie van de GIDS is niet overal gelijk.
De bibliotheek Assen, de Provinciale Bibliotheekcentrale
Drenthe en enkele andere bibliotheken zoals Haarlem en
Hoogeveen, hebben als doelstelling nieuwe websites te
ontwikkelen waarop de informatie van de GIDS te vinden
is. De basisbibliotheken in Zeeland werken niet aan zulke
domeingerichte sites maar stellen het ontwikkelen ven een
'complete' databank centraal zodat op basis daarvan met
samenwerkingspartners domeinspecifieke websites gemaakt
kunnen worden.
Een voorbeeld van de eerste manier van presentatie is de
website Vrijwilligersplein http://www.vri/willigerswerkregio-
naal.nl/rheden/home van de gemeente Rheden. Zij gebrui-
ken de GIDS vooral voor het uitbouwen van een website
met informatie en advies over vrijwilligerswerk en waar ook
organisaties vacatures kunnen plaatsen voor vrijwilligers.
Met behulp van de GIDS kunnen ook websites aangemaakt
worden die zorgen voor een groter cultuurbereik en een ver-
sterking van de lokale culturele infrastructuur. Een voorbeeld
is http://www.cultuurpuntzwolle.nl, met informatie overfilm,
cultuur, literatuur;,, dit alles in een lokale context.
Via de GIDS kan de burger ook beter geïnformeerd worden
op het vlak van gezondheid. Op de website Gezondheid-
heidsloket.nl kan iedereen terecht met vragen over ziekten,
behandelingen en medicijnen..
Sinds 1 januari 2Q0Z is de Wet Maatschappelijke Onder-
steuning (WMO) van kracht in Nederland3. De gemeente
is verantwoordelijk voor de praktische uitvoering van deze
wet. Zij is dus verplicht om alle bestaande regelingen op het
gebied van wonen, welzijn en zorg onder te brengen bij
één fysiek en/of digitaal loket waar burgers hulp en onder- -
25 |