| Full text |
spannig maakte en niet hooren en wou, dat die verbeu-
ren zou een ouden schild.
Item dat ieder gezel die vrij in het ambacht is, met
hetzelfde ambacht kaproenen zal moeten dragen en het
laken daaraf dat hem de dekens zenden zullen, moeten
betalen gelijk andere gezellen, en wie dit niet deed, dat
hem de dekens zijn ambacht zullen mogen verbieden…
De ordonnantie sluit met de gewone sanctie-artikelen.
Het ambacht onzer zagers heeft gestaan tot aan de Fran-
sche Omwenteling.
25. Leemplakkers en Stroodekkers. — De eerste « princi-
pale brief » van dit ambacht dagteekent van 7 Januari 1415,
en behoort aldus tot de oudste der reeks.
De inzet is de gewone formule der kleine groepen :
« want de goede lieden van het stroodekkers- en leem-
plakkersambacht te Antwerpen ons getoond hebben dat
hun ambacht klein en krank is, en zij hun ambacht
voortaan gaarne houden zouden in eere en in staat, enz. »
Volgen de gewone voorschriften.
Het inkomgeld is bepaald op 2 sch. gr. en elken de-
ken een gelte wijns.
Niemand mag twee taswerken te eenen maal nemen,
tenzij (hij zijn eerste taswerk op een dag of op twee
ten langste werken kan.
Item ware het dat de dekens iemand bevonden hun
ambacht doende van dekken of van plakken, die niet
vrij in het ambacht ware, dat zij dien zouden mogen
kalengieren ter boet van 2 sch.
Item zoo wanneer de dekens ontboden worden van
den heer of -de stad, of dat zij hun ambacht vergader-
den, dat dan elke deken hebben zou, voor zijn arbeid
en verlet, mits dat zij in daghuur te werken plegen,
2e):
(1) Eerste ambachtsboek, f° 7 v°.
? |
