| Full text |
maken op den winkel van den deken of den gezwoorne, een
vleeschstand op drie pikkels, een harington, een disch, een
botervat en een gebuikten emmer ; wie in het schrijnmakers-
ambacht wil komen heeft te maken een «spenne» (spinde),
eenen rondeel, een tritsor (kast) (19 October) (1). Hun pa-
troon is St-Mathias.
20. De Metsers. — Al zijn de metsers in 1399 als groep
vermeld, het zal nog een kwart eeuw duren eer we aan
hun ambachtsgroepeering nader vernemen. Hun eerste groote
ordonnantie is van 9 April 1423. Ziehier de aanhef :
« Want de goede knapen gemeenlijk van het metsers-,
steenhouwers-, cautsieders- (kasseiers), schaliedekkers-
en ticheldekkersambacht ons getoond hebben dat zij
grooten kost hebben en dagelijks doen moeten aan aller-
hande zaken haren ambachte toebehoorende en ons heb-
ben gebeden dat wij eenige ordinantien hun geven zou-
den, om er haar ambacht mede te houden en te re-
geeren… >»
Volgen de artikels over de dekens, de livrei, het poorter-
schap, het inkomgeld (2 oude schilden), het kaarsgeld (12
gr.), den éénen leerknaap per meester, den leertijd (2 jaren),
het leerknapenloon, de sanctiën op niet-betaling van inkom-
geld of kaarsgeld.…
Item dat niemand geen quareelen, tichelen noch wit-
werk koopen zal, noch verkoopen, hij en zij in het
ambacht en schote en lote met het ambacht, uitgenomen
van « onverslagenen wilden hamerorduyne» (2). En de
poorters die quareelen en tichelen verkoopen en zich
daar mede geneeren, en in het ambacht niet komen wil-
len, zullen den ambachte jaarlijks geven 12 gr. van
(1) 19 October 1444. Tweede oud register in perkament, f° 81.
(2) Hamerarduin — steengruis, arduin die tot gruis geslagen wordt.
(Zie Verwijs en Verdam).
? |
