Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>instantie, een, voor alle tijden geldende, levensleer. Zelfs in haar</p>
<p>zuiver-wijsgeerigen vorm, is deze essentieel theocentrisch, en verwijst meteen dadelijk naar den oorsprong van de druk-omstreden en volkomen-gerechtvaardigde benaming : kristelijke 'wijsbegeerte (4). Langs het hart om, dat zijn onrust alleen in God te stillen vermag, schenkt zij zekerheid aan den geest. Ware wijsheid kan er maar zijn om 's menschen natuurlijke neiging naar geluk te bevredigen. Er bestaat geen geluk buiten God. Hoogste wijsheid is dus liefde. Een Johannes, een Paulus hielden er geen ander leus op na. Met den eersten had Augustinus gemeen : de duizelingwekkende peiling der « profunda Dei », van den Beminde wil men alles weten! met den tweeden, den laaienden zielenijver om allen tot de Liefde op te voeren. Paulus heeft veel gereisd, en betrekkelijk weinig geschreven: Augustinus daarentegen was geen reiziger, maar heeft ontzaglijk veel te boek gesteld. Een kunstenaar trouwens die van ieder woord de specifieke waarde kende, en een traktaat wist op te bouwen. Geen rhetor-zonder-meer ; hij is niet alleen vertrouwd met al de knepen der welsprekendheid; hij bewijst dat deze haar bezieling alleen aan waarheid en overtuiging ontleent. Men kan gerust beweren, dat Augustinus al het schoone en diepzinnige der oostersche en grieksche wijsheid, dat binnen zijn bereik lag, als edelgesteente te schitteren zette in de heerlijkst-geciseleerde monstrans van zijn geniale beschouwingen. Naast oud en nieuw Testament , is er, in de westerlanden vooral, geen boek aan te wijzen, dat zoo vruchtbaar een kultureele slib achterliet als « De Civitate Dei » vier jaar vóór Augustinus' dood voltooid. Als reus op 't gebied van wijsheid, kunst en heiligheid, staat hij onsterfelijk in het centrum der wereldbelangstelling. Aan biografen heeft het hem dan ook niet ontbroken. Daar zijn, om nu alleen maar twintigste-eeuwers te vermelden, von Hertling (5),</p>
</text>
|