Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>leder mensch tot een god herboren. Almachtig en alwetend. Papini is het reeds lang, althans « in 't diepst' van zijn gedachten ». Als heraut van de heilstijding heeft hij echter niet genoeg aan een specifieke leer (een aangelengd pragmatisme : waar is, al wat de evolutie van mensch tot God bevordert), hij moest die nu ook met mirakelen bekrachtigen. Waarom hij dat niet kunnen zou? De groote Jodenprofeet deed het wel! Hij verdiept zich, evenals Augustinus weleer, in het okkultisme, maar uit die duisternis daagt geen licht. Hij geraakt op den dooi; wie daar even nog naar hem luisterden, bekijken hem thans met den nek, en zetten hem weg voor een krankzinnige. Vertwijfeling grijpt hem aan. Ben ik dan, giert het in hem, ten slotte maar een stommeling ? lemand die feitelijk de menschen niet begrijpt, en door hen niet begrepen wordt ? Ware 't niet beter, dat de machtelooze een verholen hoek opzocht om er te sterven, gelijk de Vigny's wolf, verlaten maar gelaten? Sterven? Neen, niet sterven! Leven wil ik, maar dan in bestendig konflikt met de luidjes, die verkondigen dat ik een « uomo finito » ben! De wereld is niet rijp voor een « Umwertung »; de menschen worden geen goden; maar.., ik dan? ben ik een god? Ken ik me-zelf ?... o kende ik me-zelf! Augustinus' « noverim me » werd toen nog niet uitgesproken in één adem met het « noverim Te »... Papini's levensbalans sloot dus eigenlijk op een zwaar failliet, dat trouwens van alle, op de spits gedreven, individualisme. Met het leven, dat hem zoo bitter ontgoocheld had, zou hij geen vrede sluiten; het aanvaarden zooals het reilt en zeilt? dat nooit! Schamper en scherp luiden de uitspraken van den opstandeling; oordeelen heet bij hem onvoorwaardelijk veroordeelen. Slag op slag, klappen « 24 Cervelli », « Stroncature », « Testimonianze », de luidst-gevierden van den tijd, ongenadig om de ooren. Systematische afbraak, en op duizelingwekkende schaal.</p>
</text>
|