Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>Egger (6), Thimme (7), Bertrand (8), Montgomery (9), Portalié (10), Guardini (11) en Papini. Geen enkel blijkt tegen zijn ontzaglijke taak heelemaal opgewassen. Allerminst Louis Bertrand met zijn luidoverroepen, zij het dan ook, doorgaans, schitterend gestyleerd « Saint Augustin ». Het verhaal past alleen in 't enge kader van een « vie romancée », waarin dan nog het piktureel element, het wint van het zielkundige. Het bood den schrijver hoofdzakelijk een, blijkbaar con amore aangegrepen gelegenheid om het, hem trouwens goedbekend, afrikaansch milieu, waarin hij meer van zijn romannetjes situeerde, (nu weer zijn allerlaatste en... onbenulligste « Celle qui fut aimée d'Augustin ») uitvoerig te beschrijven.</p>
<p>Ook Papini slaagde slechts binnen de perken van een fragmentarisch opzet. Dit wordt allerduidelijkst omlijnd in de inleiding : een uiteenzetting van zijn verhouding tot Augustinus. Het is hem te doen om de geschiedenis van een ziel : hoe innig verwant met de ziel van den modernen mensch, laat staan van den mensch. Het psychologisch levensrelaas van den zoeker is hoofdzaak; behandeld wordt zijn schrijversaktiviteit alleen in de mate, dat zij er bij behoort om het streven van den grooten apostel te verduidelijken. Ging het even uitdrukkelijk over den invloed van den leeraar, dan ware ongetwijfeld een bewering als « hij was sinds vele jaren de lichtende zuil van de Kerk, niet alleen ten aanzien van Afrika, maar van de heele kristelijke wereld », het vanzelf-aangewezen uitgangspunt geworden van breedvoerige kultuurbeschouwingen. « Ik ben, bekent » Papini, geen theoloog, en waagde me derhalve niet in 't dichte » woud van Augustinus' leer. » Wat hij dan ook geeft, is, op enkele uitzonderingen na, uitstekend. Waar hij bijv. meent, dat Augustinus zwaar leed onder miskenning, en zijn leven lang een te geringen post bekleedde, is zijn gissing eenvoudig.., een vergissing. Een aanzienlijker te bedienen, kon niet liggen in de lijn van den</p>
</text>
|