Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>» haalt ge uwen bugel. Ik was vroeger bij de fanfare, maar de » fanfare is uiteengespetterd door ruzie tusschen den pastoor en den » brouwer. Ik ken er nog een polka van en ik speel die polka. Dat » klinkt curieus over de stille verten. Als ik even zwijg hoor ik er in » bosch nog een stukje van. De koe beziet u van uit de stal, het » verken steekt zijn snuit uit zijn kot. En hoe is een mensch, ijdel, » en als een kind. Omdat de koe en het verken luisteren speelt ge » beter dan anders, zoo met gebibber en broebelingskens.</p>
<p>» Veel geluk heeft een boer niet, maar dat zijn uren als » eieren.</p>
<p>Ge zijt blij dat ge rust, maar ook blij dat ge morgen weer in » uw zweetbroek kunt staan, en het veld gaan beploegen. Ge riekt » den grond al, die openrolt. Hij riekt naar medicijnen. En ik ga dat » doen en dat doen, ge vergeet voort te spelen.</p>
<p>» God, laat er in Uwen Hemel ook een goed stuk veld zijn, » want waar ga ik anders met mijn handen verblijven?</p>
<p>» De vrouw komt thuis, ze steekt de lamp aan en ik ga eens » zien, dat wil zeggen, bier gaan drinken, om weer gelukkig, » machtig, heilig en alles te zijn. Waarom kan dat niet gaan » zonder bier ?... »</p>
<p>'t Geluk van een boer :« te kunnen werken op mijn veld, te » zien groeien en bloeien, wat ik zelf geplant en gezaaid heb », en 's winters, dan « snijd ik een grooten Kruislievenheer. Voor wien ? » voor wat? uit eigen plezier? Of omdat een mensch door al zijn » miserie zoowat op 0. L. Heer begint te gelijken?</p>
<p>» 't Is ook een vorm van gebed, zegt Mijnheer Pastoor, die » maar schrik heeft dat het beeld nog te leelijk zal zijn om te helpen » donderen.</p>
<p>» Maar het gelaat houd ik voor 't laatste, voor den volgenden » winter. Ik snij eerst zijn handen en zijn voeten. Ik heb met klei » een afdruk van mijn handen genomen en die snijd ik na.</p>
</text>
|