| Full text |
in het algemeen, 35
ens nu eens grooter, dan eens geringer lijden
veroorzeken, waarvan alle menfchen, in welke
uiterlijke omftandigbeden zij ook verkeeren mos
gen, onderworpen zijn. « Behalve dit lijden zijn
er nog andere {marten, bij voorbeeld: ziekten 3
werminderieg van ligchaamskrachten ; verliezen
wan allerlei aard, verdrieteliijjkheid, verveling
enz. waarvan ons magt en rijkdom even weinig
bevrijden kunnen, ja, waardoor zelfs de rijken
en aanzienliijken het meeste en zwaarfte gedrukt
worden, om dé volgende redenen: 1. Om dat
zij, door eene meer gemakkelijke bevrediging hun=
ner begeerten, tot een meer onmatig genot van
allerleì foort van genoegens aangefpoord worse
den. 2, Vermits zij aan het {martelijke van het
werlies van tijdelijke goederen , wanneer zij daar-
aan verkleefd zijn, uit hoofde van derzelver
groote verfcheidenheid en aanmerkelijk aantal,
eerder bloot ftaan , en dit verlies, wegens de
ï
gewoonte van derzelver genot ‚ zwaarder gevoelen,
3. Om dat zi door de opeenftapeling van deze
5 1
senoegens „ die hun van zelven toevloeijen, aan
U
igene werkzaamheid ongewoon worden,en daar-
or ook, in de onvermijdelijke, ledige tusfchene
ruimte derzelven, meer dan andere, gevaar loo=
pen, door verdriet en verveling gekweld te
worden, Waarbij nog komt, 4e dat de ge
dachten aan eenen eindeliijken, ontwijfelbaren’,
dood voor een mensch zoo veel te verfchrikkee
lijker is, naar gelang hij meerder tijdelijke goê-
deren bezit, die hij ongaarne vaarwel zegt,
en welke het hem ten uiterften moeielijk maak=
ten, om het pad van zijn waar geluk te bewank
delen. Het is waar, rijkdom en aanzien zijn
wel geene onvermijdelijke hinderpalen ter betre-
C 2 ding
t Me PD
ON VV
de
? |
