| Full text |
in het, algamtthe 29
overtuigen „ dat cop niets van de menfchen vor=
dert, dan hetgene ter verkrijging van waar gee
tuk volftrekt noodzakelijk is. Voor hem, die
deze waarheid ten vollen befeft, zal juist
het gevoel van de moeijelijkheid, waarmede de
betrachting van den Goddelijken w‚l gepaard
gaat, het grootfte bewijs voor hare noodzakee
lijkheid en weldadigheid opleveren; want hij
zal, als dan, leeren inzien, dat onze bepaalde,
en doer onze begeerten dikwijls zeer verblinde
rede, bezwaarlijk , van zelve aan middelen ter
werkriüging van geluk, zoo aanloopende tegen
den drang onzer zinnelijke neigingen, zou gee
dacht hebben, en dat onze wil, (wanneer Onze
rede ook al deze middelen als de zekerfte be.
fchouwd hadde) zonder de ons toegezegde be»
looningen en ftraffen , zeer moejjelijk onze aardse
gezinde begeerten zoude overwonnen hebben,
daar deze, zelfs bij het licht eener openbaring,
en onder het gewigt der Goddelijke beloften en
bedreigingen, ten aanzien van deze middelen ,
nog zoo dikwijls over ons verftand en onze
wil de zege behalen,
let is, derhalve, een der belangrijkfte voore
bereidende middelen , om het hart der kinderen
tot de opvolging der Goddelijke geboden te nei-
gen, dat men hun dezen onder het opgegevene
oogpunt vertoone, en in en buiten de uren van
onderwijs, er op zulk eene wijze met hen over
fpreke, dat zij gewoon worden, om de voors
{chriften van cop te houden voor noodzakelijk,
en voor de grootfte weldaad zijner liefde. Wij
zeggen, één der belangrijkfte middelen; want,
om van uiterlijke beweegredenen „ belooningen
en ftrafen eene doelmatige werking te kunner
C 4 vere
? |
