| Full text |
62
60 59 58
6
I
Miliimiiliiiniu
Ln
mmm
Hiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiikiititittititukiktilikiititill
38 39 40 41 42 43 4.
35 34 33 32 31 30 29 28-27 26 25 24 23 22 21.20 19 18 17
59 58 57 56 55 54 53 52 51 50 49 48 47 46 4
Bekanntmachung
Nachfolgend werden die Bestimmungen der
Wucherverordnung vom 10. Juni 1917 und
ihrer Ergänzung (Verordnung vom 1. Novem-
ber 1917) nochmals zur öffentlichen Kenntnis
gebracht:
ERSKSNONg
gegen den Wucher im Verkehr mit Gegen-
ständen des taglichen Bedarfs insbesondère
L.bens- und Futtermitteln.
nist vom 16. Juli 1917 an
Zivilkommissars (in Brüssel
le nicht schon vor dem
ese Vorschrift findet keine Anwendung auf ;
Erlaubnis zum Hande
Bestimmungen
ein
Personen, die be
s nach anderweitigen
mit
der e
schen
nden(
neiner deu
on v
hörde erhalten
haben,
Futte
ode
mit
Erlaubnis;
Artikel 2.
örtlich
ung de
kann zeitlich
widerruflich. Sie
Artikels I is
Die Genehmi
werbes nur die Personen, auf die sie lau
et.
des Ge
sübung
berechtigt zui
sichtlich der Verwertung nähere Anordnungen treffen. Nach Ablauf de
räte von dem Präsidenten der Zivilverwaltung zwecks Verwertung für d
Der Verkauf erfolgt für Rechnung und auf Kosten des Inhabers des G
ös au
zuhändigen.
de
rKosten der Verwertung verbleibe
Abzug de
Präsidenten der Zivilv
vertreiben, auch soweit diese Personen bereit- vor dem 1. August 1914 Handel mit Lebens- und Futtermitteln
getrieben haben, zeitweise oder dauernd zu schliessen, wenn sie gegen die Bestimmungen des Artikels 12
dieser Verordnung verstossen, das Publikum ausbeuten, oder sonst dem allgemeinen Interesse zuwider-
handeln.
Gegen die Entscheidung des Präsidenten der Zivilverwaltung ist Beschwerde an den Verwaltungschef
zulässig. Dieser entscheidet endgültig.
Wird ein Geschäftsbetrieb gemäss Absatz 1 geschlossen, so kommen die Bestimmungen des Artikels 3
entsprechend zur Anwendung, doch ist die Setzung einer Frist vor der Euteignung nicht erforderlich.
Die Präsidenten der Zivilverwaltung, die Zivilkommissare oder die von ihnen beauftragten Personen
haben das Recht, den Sitzungen der Organe von juristischen Personen, Gesellschaften, Genossenschaften
oder Vereinen der in Absatz 1 erwähnten Art beizuwohnen.
Als Ausbeutung des Publikums im
unverhältuist
Fleisch und Fleischwaren zu
sind solche anzusehen, die in keinem rie
schnittsviehpreisen stehen oder diejenigen
ort oder in der Verkaufsgegend bezahlt we
nd Lagerungsort der Ware sowie beim Weiterverkauf an einen
nachgewiesen werden können.
r Buchführung
tausd
Herkunft
ten genü,
eis de
t der Nach
An
len Klei
handel auf
hiebung ei
Jede Eins
handel) beim Handel m
ist verboten.
Wer in solchen Ware
n, dass ein Ke
vergewisse
befreit nicht von der Veran
den Ve
I
svorgang (Ketten¬
eilun
ndere mit Lebens- und Futtermitteln
kauft, hat a
insbesonder
cht
sie kauft oder ve
ber zu
des Absatzes I ni
gt.
Sinne
ht vorli
untnis
er Einwand der Unk
Preislis
der sonstigen Mitteilungen, die fi
en
rsonen
nen grösseren Kreis von P
Es ist verbote
n üb
des
r die geschäftlichen
erh
ltnisse
eit
d, Angaben zu machen, die geeiguet s
bestimint si
r Zweck des
ih
en Anlas
henden
(orräte und über
onO
ge de
die Me
ung st
zur
Anzeigene
Aukaufs, Verkaufs oder der Vermittlung zu erwecken.
1) von jedermann über alle
die Vorlage
Einsicht zu
Die Verwaltungschefs für Fl
Sie sin
Verordnung zu erlasse
übe
lle
lichen Verkaufss
ährung besti
zur menschlichen
d berechtigt, Ausführungsbestimmungen zu dieser
öffent-
ise i
Anschlag der Verka
fspre
übe
hergestellt und
die fabrikmässis
nzu treffen
)wer Gegenstände der unter 1) bezeichneten Art, die von ihm zum Zwecke der Veräusserung erzeugt
oder erworben sind, zurückhält, um durch ihre Veräusserung einen übermässigen Gewinn zu erzielen ;
wer, um den Preis für Gegenstände der unter 1) bezeichneten Art zu steigern, Vorräte vernichtet,
henschaften
re unlautere Ma
der and
inkt
der den Handel damit eins
euguns
ihre
EI
wisse Bevölkerungs
we
Grund ausschliesst oder
dieser Verordnung oder der in ihrer Ausführung e
3
ngemäss Arti
d
Kettenhandel treibt, ode
rken
eule Gel
bez
zu
ken, soll d
rhindern
erzielt ist oder erzielt werden soll, bemessen werden
eben der Strafe kann in allen Fällen dieser Verordnung auf Einziehung der Vorräte und sonstigen
stände erkannt werden, auf die sich die strafbare Handlung bezieht, ohne Unterschied, ob sie dem
teilten gehören oder nicht In allen Fällen, in denen eine Ausbeutung des Publikums festgestellt wird,
zuorduen, dass die Verurteilung auf Kosten des Schuldigen öffentlich bekannt gegeben wird.
(ird bei Abgabe der Erzeugnisse von Land- und Forstwirtschaft, Garten- und Obstbau, Geflügel- und
zucht oder Jagd und Fischerei durch den Erzeuger, Besitzer oder Händler gegen die Bestimmungen
rtikels 12 verstossen, das Publikum ausgebeutet oder überhaupt bei der Verwertung der Erzeugnisse
allgemeinen Interesse zuwidergehandelt, so sind, so lange nicht bereits eine gerichtliche Beschlagnahme
tist, auch die Präsidenten der Zivilverwaltung ermächtigt, die Vorräte und sonstigen Gegenstände, auf
hdie strafbare Handlung bezieht, zu enteignen und gemäss Artikel 3 der Verordnung zu verwerten.
Artikel 14.
Die Verordnung vom 23. September 1916 über den Vertrieb in
i 1917 übe
m
M
04) und die Vere
dnung
u. V. Bl. S. 2
(6.
1) werden aufgehoben.
S. 37.
G. u. V
r, Bienenzüchter und sonstige Erzeuger
bei deren Verkauf Preise fordern oder
2) Wenn Händler oder Erzeuger, also auch Landwirte, ihre Erzeug-
nisse, um höhere Preise zu erzielen, über den Bedarf der eigenen Wirt-
schaft hinaus zurückzuhalten suchen.
3) Wenn Häadler oder sonstige Aufkäufer Preise anbieten oder
SCHAIBLE.
HANIEL.
FI. W. VII B. 5176.
Dokehanak
De bepalingen van de verordening van
10 Juni 1917 tegen den woekerhandel en
van de erordenisg van 1 November 1917,
ter aanvulling dier verordening, worden hier-
bij nogmaals ter algemeene kennis gebracht :
VERORDENNe
tegen den woekerhandel in
artikelen, inzonderh id in leve
en vorderstoffen.
6 Juli 1917 is het handeldrijven van beroep in levensmiddelen en voederstoffen, zonder
an den voor de plaats van het zakenbedrijf bevoegden burgerlijken Kommissaris (Zivil-
1, van de Kommandantuur), verboden, bijaldien de betrokken persoon niet reeds vöór
andig handel gedreven heeft in levensmiddelen en voederstoffen.
ft is niet toepasselijk op:
reeds krachtens andere bepalingen de toelating van een Duitsc
e overheid verkr
gen
rijven in levensmiddelen of in voederstoffen, zoover zij hun bedrijf binnen de grenzen
Artikel 2.
ing
in
bedo
De toel
I, is herroepelijk. Zij kan wat duur, plaats en voorwerp betreft beperkt
rtike
gemaakt is, h
worden er
op wiens naam zi
geeft alle
t rech
ndel te drijven.
en den perse
be wooreiters van het burgerlijt bestuur, de burgerlijte komm
chtigd, de vergaderingen van de organen der in lid I opgenoemde
ats
te wonen.
happijen of bonden bi
kende n
enwe
naal Hulp-e
h
ijn nie
en
van toepassin
tNati
Deze bepalin
r) is bevoegd uitzonderingen op de bepalingen
in den zin van
het 1
lid me
het oog op
Artikel 8
e bedeeling
van een
van het
bemiddelaar, die
ubliek
zake
bij
rbodi
ijk
is
handel in dag
artikelen,
nzonder
eid in lev
nsmiddelen en voede
ffen,
t in dergelijke waren, inzonderheid wie ze koopt of verkoopt, moet er zich
een kettinghandel in den zin van het 1e lid plaats heeft. Het voorwendsel dat man ni
te doen te hebben ontsfaat niet van de verantwoordelijkheid
Artikel 9.
Het is verboden in prijslijsten of in andere mededeelingen, die voor een ruimeren kring bestemd zijn,
gegevens te verstrekken van aard om aangaande de handelsverhoudingen van den aankondiger of de hoeveel-
heid van de voorraden waarover hij kan beschikken, alsook aangaande de reden of het doel van den aankoop,
te doen ontstaan.
ling vergissinge
of de bemidde
den verkod
Artikel 10.
lasthebbers zijn gemachtigd:
nhu
en over alle feiten, die voor het opmaken der prijzen belang
te beschouwen, waaruit levensmiddelen en voederstoffen vervaardigd worden.
De artikelen. I, 2. 3, 4 en 6 van deze verordening zijn niet toepasselijk op den verkoop van voortbreng
tte
t, van den gevogeltekweek
selen van eigen gewin van den land- en boschbouw, van de groenten- en oc
scherijbedrijf.
en v
k van het
ot, also
en van de bijente
Artikel 1la.
De Hoofden van het burgerlijk bestuur (Verwaltungschefs) voor Vlaanderen en voor Wallonié zijn
htigd, schikkingen te
gerechtigd. uitvoeringsbepalingen tot deze verordening uit te vaardigen. Zij zijn gema
treffen met het oog op het aanplakken van de verkoopprijzen in opeubare verkooplokalen en op de verpak-
voeding besteind zi
king van waren, die in fabrieken vervaardigd en voor de menscheli
Artikel 12.
Wordt gestraft met ten hoogste 5 jaar gevangenis en met ten hoogste 100.ooo mark boete, of met één
van beide straffen
1) wie voor dagelijksche artikelen, inzonderheid voor allerhande levensmiddelen en voederstoffen,
s- en verlichtingsstoffen, hetzi
orijzen
kennen of beloven ;
1a) wie voor voorwerpen als in cijfer 1 bedoeld prijzen toestaat of aanbiedt die, de kosten van
vervaardiging, van bewerking en andere bijkomende kosten er bij gerekend, een buitensporige
winst opleveren ;
aft met
of aang
het
2) wie voorwerpen van den onder 1 bedoelden aard, door hem vervaardigd
buitenspor
ge
an de hand te doen,
ze»
doel ze van de hand te doen, achterhoudt om, m
winst op te strijken;
andere onec
in be
perkt, ot
den handel e
rlijke
3) wie voorraden vernielt, de vervaardiging er van o
kuiperijen drijft, met het doel den prijs der voorwerpen van den onder I bedoelden aard op te
jagen.
4) wie zekere klassen der bevolking of enkele personen zonder gegronde reden van den warenaankoop
uitsluit of daarbij bevoordeeligt
5) wie in strijd met de bepalingen van deze verordening of van de tot uitvoering er van uitgevaardigde
en handelt, inzonderheid wie kettinghändel drijft, of de schikkingen, door de Duitsche
De verordening van 23 September 1916, betreffende den verkoop van inlandsche levensmiddelen en
, betreffende
het te
Mei
van
de
ing
verorde
bl. 2704), e1
erordeningsbla
voederstoffen (Wet¬
heven.
bij op
zijn hie
d, bl. 3741
in vleesch (Wet- en Verordeningsb
de
voekerhe
keer gaan van den
De aandacht van de belanghebbenden wordt er nadrukkelijk op
gevestigd, dat inzonderheid in de hieronder vermeide gevallen tot bestraf-
fing en tot verbeurdverklaring, hetzij zonder schadeloosstellieg, hetzij
tegen betaliag van billijke prijzen van de waren ten bate van de Belgische
bevolking, zal worden overgegaan:
hoogere prijzen te verkoopes;
3) ingeval handelaars of ande
toekennen, die den verkooper een
4) i geval hij. die handel drijft in levensmiddelen of in an
lijksche verbruiksartikelen, niet in staat is aas de hand van z
ier der koopwaar
Al de kringen
eige n belang de Dunache hr Jas en burgeriqte
te zija waar het gelat den woeker te bestrijlee C
uitgenoodigd.
erheden beho
Brussel, den 10» December 1917.
Der Verwaltungschef
für Flandern.
SCHAIBLE.
Namen, den 10» December 1917.
Der Verwaltungschef
für Wallonien.
HANIEL.
|
