Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>het kleed en op den stand, dan had men het bewustzijn harer edele daad gekregen, dan gevoelden al deze mannen, die ook voor het gevaar niet schrikten, dat die vrouw hooger stond dan zij, dat zij schooner was in hare naastenliefde dan den onversaagdsten vechter te midden zijner vijanden. En als zij ergens voorbij ging, sprak men stil onder elkander, de officieren met eerbied bet hoofd buigende, de soldaten bijna met liefde den militairen groet gevende. Vergetende dat zij zelve uit liefde voor den echtgenoot zich te midden van gevaren had gebracht, beknorde zij onder het wasschen haren broeder om zijn deel nemen aan het gevecht.</p>
<p>—Ziet gij nu wel, sprak zij, haar best doende een berigpenden toon aan te nemen, doch onmogelijk iets strengs aan hare stem kunnende geven, ziet gij nu wel wat er van dat vechten komt, ongelukkige jongen, alzoo zoudt gij doodgeschoten worden, ja, doodgeschoten, door uwe onvoorzichtigheid! Denk eens, zoo een verdriet moeder aandoen! Wie weet hoe zij nu lijdt van angst over u. Waarom liet zij 11 gaan? En André, waarom zond hij u niet terug? André, jol waar is André?</p>
<p>André, 'antwoordde Victor, is wellicht weér aan het vechten. Mijn hemel! Wie weet is hij ook niet gekwetst! Was hij gekwetst toen gij hem laatst zaagt?</p>
<p>André... gekwetst... neen... neen... hij was... niet.•• gekwetst. Gij wilt mij bedriegen, maar uw ongerust gelaat yel – raadt u. De ongelukkige André is ook gekwetst en wellicht erg. Wie weet is hij niet... 0, neen, Helena, denk dat niet! Ja, hij is-gekwetst, maar heel weinig, het is de moeite niet waard er van te ,spreken en daarom verzweeg ik het. Voor niets ter wereld zou hij in den toestand waarin</p>
</text>
|