Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>instemmen, maar vier• jongelingen, zijne jaren tellende, medesleepte zijn manmoedig voorbeeld te volgen. Eenige dagen nadien waren zij ingelijfd bij het Maasleger, onder bevel van generaal Daine staande, en dat zich nu eens in de provincie Limburg, dan in de provincie Antwerpen bevond.</p>
<p>Victor en zijne vrienden sloegen alles met oplettendheid gade en werden droevig gestemd bij het schouwspel dat zich voor hunne oogen vertoonde.</p>
<p>"Wanneer men de zoogenaamde Belgen in menigte bijeenzag, leverden hunne rangen een zonderling vertoog op, waarvan men zich nu geen juist denkbeeld meer vormen kan. De eigenlijk aangenomene kleederdracht scheen te bestaan in eenen blauwen kiel, aan hals en armen met dunne, roode koordjes afgezet, en in eene haren klak of muts, waaruit van boven een gedeelte neérhing als een lakensch Puntzakje. Officiers en sergeanten waren herkennelijk aan een driekleurig lint, dat met eenen strik om den arm was geknoopt.. Evenwel degenen, die dus gekleed waren, vormden de meerderheid niet; de overigen droegen allerlei kleederen en gewaad : tusschen frakken, vesten en grauwe kielen, zag men ook hier en daar een Hollandschen soldatenrok of den dolman eens huzaars zich uitlossen; burgerhoeden, klakken, schako's of kolbaks, ja, zelfs Waalsche slaapmutsen met rooden strepen, kon men boven de scharen der vrijwilligers zien dooreenwemelen.</p>
<p>n Eveneens was het met de wapening dezer mannen. Aanschouwde men eenen dergenen, die uit eigen middelen zich naar lust had kunnen uitrusten, dan droeg hij onfeilbaar den 'woormelden blauwen kiel van fijn linnen en de haren muts; daarbij had hij lakensche schachten om de beenen, tot aan de knieën met witte knoopjes gesloten. Zijne wapens bestonden in eenen uiterst schoonen jachttweeloop met ingesneden versiersels ; eene kromme officierssabel met stalen scbeede</p>
</text>
|