Full text |
wrongen beeld van een in Europa geheel b
onbekend levenstype, welks grondbouw uitf
levensgemeenschap, lotsgemeenschap en 1
liefdesgemeenschap bestaat.
Met de monumentale gelatenheid van een
breeden stroom in de bedding van het be-
staan, verloopt het vredige leven van deze
steppenzonen, tot dat zij op een goeden dag
door het bevel tot mobilisatie uit hun fata-
listische rust worden opgeschrikt. Met klim-
mende spanning volgt de lezer dan de ver-
andering, die langzamerhand in de afeonder-
lijke personen door den vernielenden in-
vloed van den oorlog, van de menschen-
slachting, plaats grijpt.»
Sluiter,. Dr C. H.: Bouw en wezen der ma-
terie, 200 blz. met 42 iil. Zutphen, Thie-
m*t l930- ' . D 2,90
Dit boek dankt zijn ontstaan aan een
reeks lezingen door den auteur, in 1929
over bedoeld onderwerp, voor de radio ge-
houden. Radio-luistervinken die op Hilver-
sum afstemmen, kennen de zeer belangwgk-
kende wetenschappelijke lezingen van Dr.
Sluiter die ook thans nog regelmatig wor-
den voortgezet. Het onderwerp dat hij hier
behandelt is moeilijk. Het gaat er om de
meest ingewikkelde theorieën, de meest sub-
tiele begrippen in begrijpelijken vorm voor
te schotelen. Ik zou niet met stelligheid dur-
ven beweren dat hij daarin ten volle is ge-
slaagd. Wiskundige formules zijn er na-
welijks : de grootste klip werd dus verme-
den. Maar toch vereischt het goed begrip van
de overigens zeer bevattelijk geformuleerde
theorieën een meer dan elementaire kennis
van de physica.
Inhoud: I. Aethertrilingen. II. de ontwik-
keling der klassieke atoomtheorie. III. De
«leegte» der Atomen (Rutherford, Wilson).
IV, De atoommantel (Planck, Bohr). V. Het
ontstaan der spectrumsoorten en der licht
werkingen. VI. Röntgenstralen en kernlading
(Röntgen, Moseley). VII. Het chemisch ge-
d*"ag der atomen (ICossel), VIII. ‘ICernveran-
deringen (Radioactiviteit). IX. Wisselwer-
king tusschen materie en straling (de Bro-
glie). X. De materie in het heelal (Einstein,
De kosmische straling).
Snoek, L. S.: Wrakhout. Baarn, Hollandia-
drukkerij, 1930, 196 blz. fl. 2,25
Na Scharten na W. Elsschot, weer een
huis vol menschen. Evenals in «De Villa des
Roses» een pensioenhuis, maar een Parijsch
pension uit den naoorlogschen tijd.
In het pension is menig wrak aangespoeld,
menig innerlijk invalied mensch. De pen-
sionhoudster is eenmaal verpleegster geweest
en in het huis wordt menigmaal den oorlog
jherinnerd. Madame heeft een zwak voor deii
ontredderden Graaf de Neuville en de idylle
eindigt in bloed.
Snoek is geen bekende in onze literatuur.
Voorloopig vermag hij ’t niet zich naast Els-
schot of Scharten te plaatsen, maar hij
heeft kijk op de menschen, heeft wellicht
ondervinding en kan schrijven.
Stinissen, Celest: De wonderbare Sage : Par-
sifal en Lohengrin, 169 blz. Antwerpen,
Uitgeverij «Regenboog», 1930. fr. 10,_____
Een inleiding tot de legende van den Hei-
ligen Graal waaruit Wagner zijn Parsifal en
Lohengrin heeft gepuurd. Het boekje is uit-
muntend geschikt tot voorbereiding van hen
die de beide opera s ten volle willen genie-
ten; het is buitendien afzonderlijk te lezen
als bewerking van de legende. De auteur,
die heel vlot en aangenaam vertelt, heeft
er een levensbeschrijving van Wagner aan
toegevoegd. Het boekje is handig en aan-
• trekkelijk uitgegeven.
Teirlinck, Is*; Plora Magica. Antwerpen, De
Sikkel, 1930, 388 blz. ir. 45,—
Is. Teirlinck wiens tachtigste geboorte-
dag zoo pas herdacht werd, is een werker
onder de werkers. Met zijn «Flora Magica»
heeft de groote folklorist het vierde deel van
zijn plantloristische studiën voltooid. De
twee eerste deelen : «De Plant, een levend,
bezielend, handelend Wezen» en .« Planten-
kultus» zijn lang reeds uitverkocht en zijn
«Flora diabolica» verscheen in 1924.
Het gebezigd materiaal werd als volgt
geschikt ; 1 ) Heksenwoonsten en vergade-
ringen, 2) Heksenvoedsel, huisraad en ge-
rief; 3) Echte heksenplanten ; 4) Planten
met bekende heksen of Toovenaars in ver-
band; 5) Speciale schadelijke heksenwerken
in verband met de Plantlore ; 6) Andere
meestal onschadelijke heksenwerken in ver-
band met de Plantlore ; 7) Heksen-
schepsels; 8) Botanomancie. Na de magi-
sche planten volgt dan een deel gewijd aan
antimagische planten.
Een werk dat eerbied afdwingt en ge-
waardeerd zal worden door geleerden en
folkloristen.
De ondernemende Sikkel heeft ook dit
deel op de markt gebracht. Elk deel vormt
een afzonderlijk geheel. Uitgaven van dezen
aard die natuurlijk een beperkt publiek be-
reiken verdienen door de bibliothecarissen
en openbare besturen in de eerste plaats te
worden gesteund.
Tichelen, Hendrik van : Van een kleine we-
reld. 2e herziene uitg. Met opdracht en
muzikale bijdragen van Dr J. A. Gunning
Wz., De Sikkel, 1930.
54 |