| Full text |
1.) Zur /Ausübung polizeilicher Befugnisse, insbesondere
Vornahme von Beschlagnahmen, Durchsuchungen, Weg-
nahme von Gegenständen, sind nur diejenigen Militär- und
Zivilpersonen berechtigt, die hierzu auf Grund ihrer Dienst-
stellung oder eines dienstlichen Kommandos befugt und mit
einem Ausweis des Gouvernements Antwerpen versehen
sind. Die Berechtigung der besonders legitimierten Organe
des General-Gouvernements wird durch diese Verfügung
nicht berührt.
2.) Als Ausweis ist eine Metallmarke, die die Umschrift „Kaiserliches Gouvernement
Antwerpen“ und eine Nummer trägt, ausgegeben. Bei Patrouillen trägt der Führer den Ausweis.
Die Kriminal-Beamten des Militär-Polizei-Abschnittes 1 haben einen besonderen Ausweis.
3.) Der Ausweis ist den Personen, bei denen Beschlagnahmen u.s. w. vorgenommen werden,
ohne Aufforderung vorzuzeigen.
Bei Meldungen und Beschwerden der Landeseinwohner ist zur Erleichterung der Unter-
suchung die Nummer des Ausweises anzuführen.
4.) Beitreibungen durch die Truppe sind verboten.
5.) Jede Beschlagnahme bedarf der Bestätigung des Gouvernements, bezw. der ausdrücklich
vom Gouvernement dazu berechtigten Dienststellen. „Vorläufige Beschlagnahmen“ bedürfen der
Bestätigung der zur Beschlagnahme selbst berechtigten Stelle.
6.) Ueber jede Beschlagnahme ist eine Bescheinigung auszustellen, die einem von der
beschlagnahmenden Person mitgeführten Beschlagnahmebuche zu entnehmen ist. Sie muss mit dem
Dienststempel der anordnenden Dienststelle versehen sein und neben der Unterschrift des ausführen-
den Beamten die Nummer des Ausweises tragen. Für die Organe des General-Gouvernements gelten
dessen Bestimmungen.
Für die durch besondere Bekanntmachung beschlagnahmten Metalle (Kupfer u,s.w.)
werden Bescheinigungen nicht ausgestellt.
7.) Vorläufige Beschlagnahmen sind, sobald als möglich endgültig zu erledigen und zu diesem
Zwecke der für die Entscheidung zuständigen Stelle zuzuleiten.
8.) Werden vorläufige Beschlagnahmen aufgehoben, so ist die ausgestellte Beschlagnahme-
Bescheinigung einzuziehen und dies auf dem Stamm im Beschlagnahmebuch zu vermerken.
9.) Im Falle gerichtlicher Einziehung ohne Entschädigung ist die Beschlagnahmebescheini-
gung einzuziehen und dies auf dem Stamm im Beschlagnahmebuche zu vermerken.
10.) Die vorläufige Beschlagnahmebescheinigung kann
nie als Unterlage für Entschädigungsansprüche gelten und
muss bei der endgültigen Beschlagnahme durch ein von der
zuständigen Stelle ausgestelltes Kriegsleistungs-Anerkenntnis
ersetzt werden.
11.) Die Bestimmungen treten mit dem 20. Juli 1947 in
Kraft.
Antwerpen, den 16. Juli 1917.
Druckerei KARL BROEL, Antwerpen.
Der Gouverneur
von ZWEHL
General der Infanterie.
1°) Tot uitoefening van policielijke bevoegdheden,
bijzonderlijk het behandelen van beslagnemingen, door-
zoekingen, onteigenen van voorwerpen, zijn enkel die
militair- en civilpersonen gemachtigd, die daartoe op grond
van hunne dienststelling of van een dienstelijk kommando
bevoegd en met een bewijs van het Gouvernement Antwerpen
voorzien zijn. De machtiging der bijzonder gewettigde orga-
nen van het Generaal-Gouvernement wordt door deze ver-
ordening niet aangetast.
2°) Eene metalen medaille, welke het opschrift : «Kaiserliches Gouvernement Antwerpen»
en een nummer draagt, dient als bewijs van bevoegdheid. Bij patrouillen draagt de aanvoerder
het bewijs van bevoegdheid. De agenten van den Militär-Polizei-Abschnitt I hebben een
bijzonder bewijs van bevoegdheid.
3°) Het bewijs moet aan de personen, bij dewelke de beslagnemingen gedaan worden,
zonder opeisching, getoond worden.
Bij aangiften en bezwaren van de bevolking is tot vergemakkelijking der onderzoekingen
het nummer van het bewijs aan te geven.
4°) Opeischingen door de troepen zijn verboden.
5°) ledere beslagneming moet de bekrachtiging van het Gouvernemeut of de uitdrukkelijk
van het Gouvernement daartoe gemachtigde dienstambten hebben. Voorloopige beslagnemingen,
moeten de bekrachtiging hebben van het tot de beslagneming zelf gemachtigde ambt.
6°) Voor iedere beslagneming moet een schriftelijk bewijs uitgesteld worden, hetwelk uit
een beslagname-boek, door de beslagnemende personen meegevoerd, te ontnemen is. Het moet
voorzien zijn met den dienststempel van het beschikkend dienstambt en nevens de onderteekening
van den uitvoerenden beambte het nummer van het bewijs dragen. De organen van het Generaal-
Gouveruement hebben hunne eigene bestemmingen.
Voor de door bijzondere bekendmaking beslaggenomen metalen (koper enz.) worden
geene sehriftelijke bewijzen uitgevaardigd.
7°) Voorloopige beslagnemingen zijn zoo spoedig als mogelijk beslissend te regelen en
tot dit doel het voor de beslissing bevoegde ambt toe te wijzen.
8°) Wanneer de voorloopige beslagnemingen opgehoffen worden, zoo wordt het beslag-
name-bewijs ingetrokken. Dit moet op den talon van het beslagname-boek aangeteekend worden.
9°) In geval van gerechterlijke onteigening zonder vergoeding is het beslagname-bewijs in
te trekken, en dit op den talon van het beslagname-boek aan te teekenen.
10°) Het voorloopig beslagname-bewijs geeft nooit recht
op schadevergoedingen en moet bij de eindelijke beslagneming
door een van het bevoegde ambt uitgevaardigd opeischings¬
bewijs van het leger vervangen worden.
11°) Deze bestemmingen treden den 20er Juli 1947 in
kracht.
Antwerpen, den 16° Juli 1917.
De Gouverneur
von ZWEHL
Generaal der Infanterie.
|
