Full text |
het genot bij het hooren van een kunst-
lied b. v. alleen te beschouwen als
waarlijk esthetisch genot? Schrijver stelt
deze vragen niet. Het valt ook moeilijk
te zeggen of de interpretatie van een
lied als een onderdrukt verlangen niet
steeds iets willekeurigs „an sich“ heeft.
En of de auto- en hetero-suggestie
hierbij geen rol speelt.
Wat er ook van zij, schrijver heeft in
elk geval op eigenaardige wijze zijn
proefondervindelijk materiaal verwerkt.
Het heeft ons eenigzins met de methode
kunnen verzoenen zonder dat wij echter
geheel en al zijn standpunt zouden
deelen.
Het werk verdient de belangstelling
niet slechts van de vaklieden op het
gebied van de psycho-analyse maar van
alle ontwikkelden die zich voor het
vraagstuk van den oorsprong van het
esthetische genot interesseeren.
Dr. J. G.
P. VAN ASSCHE : SEVUS EN DE
BLINDE. Antwerpen, Mercurius.
Haast samen met zijn historisch verhaal
„Gulden top “ verscheen een bundel
verhalen van duistere zielen en tragische
levens.
De zwaarmoedige schrijver van zoo
menig donker drama en verhaal, o. m.
van „Marcus en Theus", „De doode
en de wulpsche Vrouw", zocht weer zijn
stof in veen en polderland en bij het
volk der heide. Wat tegenstelling met
Conscience! P. van Assche kiest nooit
dankbare onderwerpen maar ontleedt
ongebreidelde instincten en zware harts-
tochten.
Buiten het titelverhaal brengt dit boekje
„De kwelduivel van Melchior Broeder-
land*, „Land van Nevel**, „Zijn laatste
Akker", „Etsen", „De Vader en de
Zoon", „Twee Zwervers, een blinde en
de oogen van Christus".
In het werk van v. Assche treft een
groote liefde voor de natuur van het
vlakke land waar de vogels roepen
onder den hoogen hemel. L. B.
ED. COENRAADS : FAKKEL-
DRAGERS. Mij voor goede en goed-
koope Lektuur. Amsterdam,
86
Een verhaal van langen adem, dat in
Indië aanvangt en daarna, over Zwit-
serland heen, verloopt in Duitschland.
Evocatieve milieuschildring, rake
karakteruitbeelding, een vinnige, kleu-
rige verhaaltrant, zijn eigenschappen
die we reeds in vorig werk van Coen-
raads moesten waardeeren, doch die in
dit boek van opstand en geloofsbelijde-
nis sterker nog aan den dag treden.
••v- p p
M. J. BRUSSE : OP HET EILAND.
Rotterdam, W. L. & J. Brusse.
Hollandscher schrijver dan Brusse heeft
Holland niet, schreef een criticus. En
wellicht ook geen, die zóó Holland lief
heeft en bij wie die liefde zóó in al zijn
werken doorstraalt. Wie kent Holland
zoo goed als deze kunstenaar-journalist ?
Aan zijn prachtige reeks „ Landloo-
perij ", „ Boefje ", „ Het rosse leven en
sterven der Zandstraat " e. a. heeft hij
nu weer die frissche, naar wind en water
proevende bladzijden gevoegd die in de
rubriek „Onder de Menschen" van de
Nieuwe Rotterdamsche Courant ver-
schenen. „ Op het Eiland " doopte hij de
herinneringen aan het kleurige leven
der visschersbevolking van het eiland
Marken. „ Op het Eiland “ en “ Land-
looperij “ zijn voorzeker de- méést
levendige, boeiende en ontroerende
boeken van dezen voortrefFelijken
schrijver wiens ziel even ontvankelijk
bleef als voorheen en wiens gevoel niet
afgestompt werd door het dagelijksch
métier, - L. B.
J. LONG : DE GRIJZE WOLF.
IV. L. 6 J. Brusse, Rotterdam.
Dit is nummer negen van de in het
Nederlandsch bewerkte boeken van
den Amerikaanschen dierenkenner en
natuurbewonderaar. Wij hebben „ De
Grijze Wolf" met het zelfde genoegen
en met de zelfde bewondering gelezen
als de vorige werken van Long. Deze
auteur weet u waarlijk te pakken en zijn
houding tegenover en zijn groote eer-
bied voor de wilde dieren verlossén u
van een heele boel vooroordeelen. Hij
geeft in dit boek ook een kijkje in het
intieme leven der Eskimo’s en der |