| Full text |
90 8
su
uuuuluiauliamiiiu
iii
0 89 88 87 86 85 84 83 82 81
38 39 40 41 42 43 44 45
4 13 12 11.10 9 8 7 6 5 4 3 2 1/0) 1 2 3 4 5 6 7 8 9
57 56 55 54 53 52 51 50 49 48 47 46 45 44 43 42 41 40 39 38 3
Verorandlg
betreffend Verkehr mit Kartoffeln.
Art. 1.
Bei dem Verkaufe von Kartoffeln der belgischen Ernte 1915 dürfen die Erzeuger Preise, welche höher
sind als die von den Militärgouverneuren festzusetzenden Höchstpreise, weder fordern noch annehmen.
Diese Höchstpreise dürfen die nachfolgenden Ansätze nicht übersteigen :
bei :
Industrie, Boules, Krüger
8 Fr. für 100 Ag.
Magnum bonum (Florenville-Virton)
7 Fr. » » »
Magnum bonum, König Eduard .
6 Fr. » » »
Roten und Blauen, sowie bei den übrigen Sorten
Art. 2.
Die Höchstpreise gelten für gute gesunde Kartoffeln bei sortenreiner Lieferung.
Art. 3.
Die Höchstpreise gelten für Lieferungen ohne Sack. Sie schliessen die Kosten des Transportes bis zum
nächsten Güterbahnhofe, bei Wassertransport bis zur nächsten Anlagestelle des Schiffes oder Kahnes und die
Kostem der Verladung ein.
Art. 4.
Zu den eigenen Einkaufspreisen dürfen beim Verkaufe im höchsten Falle zuschlagen :
o.40 Fr. für 100 Kg.
I. der erste Aufkäufer bis zu
I.— » » » »
2. der Grosshändler bis zu
3 cts. » I »
5. der Kleinhändler bis zu
Als weitere Nebenkosten dürfen die Grosshändler und Kleinhändler diejenigen Barauslagen für Eisenbahn-
oder Wassertransport zuschlagen, die ihnen im Einzelfall tatsächlich erwachsen sind.
Der Zuschlag darf sowohl im Grosshandel wie im Kleinhandel nur einmal genommen werden, gleichviel
ob die Ware innerhalb dieser Gruppen mehrere Male den Eigentümer gewechselt hat.
Art. 5.
Die Kleinhändler haben die. Kartoffelpreise sichtbar an der Verkaufsstelle unter Angabe der Sorten an-
zuschlagen.
Art. 6.
Den Kartoffelhandel dürfen nur Personen ausüben, die sich vor dem 1. August 1915 gewerbsmässig mit
dem An- und Verkauf von Kartoffeln befasst haben und zur Gewerbesteuer veranlagt sind.
Art. 7.
Bei Geschäften über Lieferungen von Kartoffeln ist — abgesehen yon solchen zwischen Kleinhändler und
Verbraucher — ein von beiden Teilen zu unterschreibender Schlussschein in zwei Ausfertigungen auszustellen,
aus dem Menge, Art, Herkunft und Preis der Ware sowie Zeitpunkt des Geschäftsabschlusses ersichtlich sind.
Die Schlussscheine sind 6 Monate aufzubewahren.
Art. 8.
Sind in Lieferungsverträgen, welche vor Erlass dieser Verordnung abgeschlossen sind, für Kartoffellie-
ferungen Preise vereinbart worden, welche die nach dieser Verordnung zulässigen Preise übersteigen, so
treten, insoweit die Lieferungen noch nicht erfolgt sind, anstelle der vereinbarten diejenigen Preise, welche
nach dieser Verordnung im höchsten Falle gefordert und angenommen werden können. Schadenersatzansprüche
wegen dieser Herabsetzung der Lieferungspreise können nicht erhoben werden.
Art. 9.
Zuwiderhandlungen gegen die vorstehenden Bestimmungen, insbesondere auch falsche Angaben in den
Schlussscheinen, werden mit Gefängnis bis zu einem Jahre oder mit Geldstrafe bis zu 10 ooo.- Mgbestraft.
Auf beide Strafarten kann nebeneinander erkannt werden. Ausserdem kann auf Einziehung der Kartoffeln
erkannt werden.
Art. 10.
Zuständig sind die deutschen Militärgerichte und Militärbehörden.
Art. 11.
Mit der Ausführung dieser Verordnung wird der Verwaltungschef bei dem Generalgouverneur beauftragt,
der auch für besonders hochwertige Speisekartoffeln Ausnahmen von den Höchstpreisen gestatten kann.
Brüssel, den 28. September 1915.
CC. VII. 7198.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr von BISSING,
Generaloberst.
Verordening
betreffend verhandelen van aardappelen.
Art. 1.
Bij het verkoopen van aardappelen uit den Belgischen oogst van 1915 mogen de voortbrengers geen
hoogere prijzen, dan de door de Militärgouverneure vast te stellen hoogste prijzen, verlangen noch aannemen.
Deze hoogste prijzen mogen niet hooger gaan dan, bij :
Industrie, Bollen, Krüger
8 frk. de 100 kgr.
Magnum bonum (Florenville-Virton).
7 » „ » »
Magnum bonum, Koning Edward.
roode en blauwe, evenals voor de andere soorten, 6 » » » »
Art. 2.
De hoogste prijzen tellen voor goede, gezonde aardappelen van zuivere soort.
Art. 3.
De hoogste prijzen tellen voor levering zonder zak. Daarin zijn de vervoerkosten tot aan de naaste
goederenstatie of bij watervervoer tot aan de naaste aanlegplaats van schip of schuit en de kosten van
verladen.
Art. 4.
Boven de eigen inkoopprijzen mogen bij ’t verkoopen ten hoogste meer vragen :
0.40 frk per 100 k.
1. de eerste opkooper tot
I.00 » » »
2. de groothandelaar »
• „ 0.03 ». » I
3. de kleinhandelaar »
Als verdere onkosten mogen de groothandelaars en de kleinhandelaars de uitgaven voor spoor- of water-
vervoer, die zij werkelijk voor elk geval gedaan hebben, bijrekenen. Deze bijslag mag zoowel in den groot-
als in den kleinhandel slechts eenmaal berekend worden, onverschillig of de ware binnen deze groepen,
meermaals in andere hand is overgegaan.
Art. 5.
De kleinhandelaars moeten de verschillende aardappelsoorten met den (prijs er op, zichtbaar te koop
stellen.
Art. 6.
Alleen zulke personen mogen aardappelen te koop stellen, die zich vöör den 1" Augustus 1915 met aan-
en verkoop van aardappelen hebben als beroep bezig gehouden en patent betalen.
Art. 7.
Bij het toeslaan van aardappelleveringen — buiten zulke tusschen kleinhandelaar en verbruiker — moet
een bewijsstuk in dubbel en door beide partijen onderteekend opgemaakt worden, waaruit hoeveelheid, soort,
afkomst en prijs der ware evenals het tijdstip, waarop toegeslagen werd, blijkt.
Deze verkoopbrieven moeten 6 maand bewaard worden.
Art. 8.
Werden bij aardappelkoopen, die vöör het verschijnen dezer Verordening toegeslagen werden, prijzen
aangenomen, die de prijzen dezer verordening teboven gaan, zoo tellen, bijaldien de leveringen nog niet
gedaan zijn, in plaats van de overeengekomen prijzen, diegene, die volgens deze verordening in het hoogste
geval mogen gevraagd en aanvaard worden. Aanspraken op schadevergoeding wegens dit verlagen van de
leveringsprijzen kunnen niet gemaakt worden.
Art. 9.
Overtredingen tegen deze bepalingen, inzonderheid ook valsche aangiften op de verkoopbrieven, worden
met ten hoogste één jaar gevangenis of ten hoogste 10,000 mk boete getraft. Beide straffen kunnen tegelijk
uitgesproken worden ; daarbij kan ook tot het aanslaan der aardappelen besloten worden.
Art. 10.
Bevoegd zijn de Duitsche krijgsrechtbanken en krijgsoverheden.
Art. 11.
Met de uitvoering van deze verordening wordt de Verwaltungschef bij den Generalgouverneur belast, die
ook voor bijzondere fijne tafelaardappelen uitzonderingen op de hoogste prijzen kan toestaan.
Brussel, den 28° September 1915.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr von BISSING,
Generaloberst.
Arrete
concernant les ventes de pommes de terre.
Art. 1er
Il est défendu aux producteurs d'exiger ou d'accepter, pour toute vente de pommes de terre provenant
de la récolte belge de 1915, des prix supérieurs aux prix-maxima que les gouverneurs militaires fixeront.
Ces prix-maxima ne devront pas dépasser les prix suivants :
pour les industries, boules, Krüger,
magnum bonum (Florenville-Virton)
fr. 8. — les 100 kg.
» 7. — » » »
magnum bonum, roi Edouard.
» 8. — „ » »
rouges, bleues et les autres sortes.
Art. 2.
Ces prix-maxima s'entendent pour les pommes de terre saines, de bonne qualité et d'une seule sorte
livrée sans mélange.
Art. 3.
Ces prix-maxima s'entendent pour fournitures sans sac; ils comprennent le coût du transport à la gare
aux marchandises la plus proche ou, s'il s'agit d'un envoi par bateau, au lieu d'embarquement le plus proche
et les frais de chargement.
Art. 4.
Les personnes suivantes ont le droit, pour établir leurs prix de vente, de hausser leurs prix d'achat
comme suit :
1°) le premier acheteur en gros : de.
fr. —.40 au plus les 1o0 kg.
2°) le marchand en gros : de .
* * fr. I.— au plus les 100 kg.
3°) le marchand en détail : de.. .. . . fr. —.03 au plus le kg.
Les marchands en gros et en détail peuvent ajouter en outre les frais qu'ils ont réellement déboursés
pour le transport par chemin de fer ou par bateau.
La hausse prévue au présent article ne peut être appliquée qu’une fois, dans le commerce de gros
comme dans le commerce de détail, peu importe que, dans chacun de ces deux commerces, la marchandise
ait ou non changé plusieurs fois de propriétaire.
Art. 5
Les marchands en détail doivent afficher bien visiblement dans leurs magasins les prix et noms de leurs
pommes de terre.
Art. 6
Seules les personnes qui ont pratiqué régulièrement le commerce (l'achat et la vente) des pommes de
terre avant le 1er août 1915 et qui ont payé patente, peuvent exercer ce commerces
Art. 7.
Lors de la conclusion de toute transaction concernant une fourniture de pommes de terre — abstraction
faite des transactions entre les marchands en détail et les consommateurs — les deux parties contractantes
doivent signer un bordereau de vente dressé en deux exemplaires et indiquant la quantité, le nom, la pro-
venance et le prix de la marchandise ainsi que la date de la conclusion du marché.
Ces bordereaux de vente doivent être conservés pendant 6 mois.
Art. 8.
Si, dans des contrats de livraison conclus avant la publication du présent arrêté et non encore exécutés,
les prix des pommes de terre dépassent les prix autorisés, les prix convenus sont remplacés par les prix les
plus élevés pouvant résulter de l’application des présentes dispositions. La réduction de prix ne donne droit
à aucune revendication de dommages-intérêts.
Art. 9.
Quiconque contrevient aux dispositions du présent arrêté et surtout quiconque inscrit de fausses données
dans les bordereaux de vente est passible d’une peine d’emprisonnement d’un an au plus ou d’une amende
pouvant aller jusqu'à 1o,ooo marcs. Ces deux peines pourront être réunies. En outre, les pommes de terre
pourront être confisquées.
Art. 10.
Les infractions au présent arrêté seront jugées par les tribunaux ou les autorités militaires allemands.
Art. 11.
Le Chef de l'administration civile près le Gouverneur général est chargé de l'exécution du présent arrêté;
il pourra, lorsqu'il s'agira de pommes de terre d’une variété tout à fait supérieure, autoriser des exceptions
aux prix-maxima.
Bruxelles, le 28 septembre 1915.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr von BISSING,
Generaloberst.
|
