| Full text |
n
aiainiasiaiaasa
aan,
Für das private Photographieren
im Gebiet des General-Gouver¬
nements wird hiermit folgendes
verordnet:
Landeseinwohnern ist auf öffentlichen Stras-
sen und an anderen öffentlichen Orten jedes
Photographieren untersagt. Ausnahmen kön-
nen in besonders begründeten Fällen von den
Gouvernements zugelassen werden.
Zureisenden Zivilpersonen ist das Photo-
graphieren nur gestattet, wenn sie vom Stell-
vertretenden Generalstab (Abteilung IIIb) in
Berlin durch schriftlichen Ausweis zugelassen
sind. Solche Ausweise werden vom Stellver-
tretenden Generalstab nur auf Antrag des
General-Gouvernements (Politische Abtei-
lung, Presse-Zentrale) oder im Einverständnis
mit ihm erteilt. Meldung bei der Presse-Zen¬
trale in Brüssel und bei der örtlichen Militär-
behörde ist erforderlich.
Deutsche Militärpersonen sowie alle zum
Heeresgefolge gehörigen Personen, die zuge-
lassenen ausländischen Offiziere und deren
Gefolge haben die Erlaubnis zum Photogra¬
phieren bei dem für den Standort zuständigen
Gouvernement einzuholen.
Verboten sind Aufnahmen zerstörter Ge-
bäude und alle Aufnahmen, deren Kenntnis
dem Feinde von Nutzen sein kann.
Auf dieses Verbot sind die in den 77 1-3
bezeichneten Personen bei der Erlaubnisertei-
lung ausdrücklich hinzuweisen.
25
Die nach den 2 1 und 3 erforderliche
Erlaubnis ist schriftlich und auf bestimmte
Zeit zu erteilen.
Der Erlaubnisschein ( 1-3) muss mitge¬
führt werden.
?6
Die Veröffentlichung und Verbreitung pho¬
tographischer Aufnahmen ohne vorherige
Genehmigung des Stellvertretenden General-
stabes der Armee (Abteilung IIIb) oder der
Presse-Zentrale Brüssel ist verboten.
Die gleichen Bestimmungen gelten sinnge¬
mäss für Kinematographen und Maler.
18
Jede vorsätzliche oder fahrlässige Zuwider-
handlung gegen die Vorschriften dieser Ver-
ordnung sowie die Aufforderung oder An-
reizung zu Zuwiderhandlungen werden,
soweit nicht nach den bestehenden Gesetzen
strengere Strafen verwirkt sind, gegen Militär-
personen als Ungehorsam auss 7 92, 93 Mili-
tärstrafgesetzbuches, gegen andere Personen
mit Geldstrafe bis zu 2000 Mark oder
Gefängnisstrafe bis zu 3 Monaten bestraft.
Beide Strafen können auch nebeneinander
verhängt werden. Ausserdem verfallen die
Platten, Abzüge und Apparate der Beschlag-
nahme.
Zuständig sind die Militärgerichte.
29
Die Verordnung (Maueranschlag) vom 19.
September 1914 tritt äusser Kraft.
Brüssel, den 8. Oktober 1915.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr VON BISSING,
Generaloberst.
Betreffend het fotografeeren door
bijzonderen binnen het gebied des
General-Gouvernements wordt
hierbij het volgende verordend.
Het is den burgers verboden op den open-
baren weg en op andere openbare plaatsen
te fotografeeren. Uitzonderingen kunnen in
bijzondere gewettigde gevallen door de Gou-
vernements toegestaan worden.
Vreemden is het fotografeeren alleen geoor-
loofd, wanneer zij van den « Stellvertretenden
Generalstab (Abteilung IIIb) » te Berlijn de
schriftelijke toelating daartoe bekomen hebben.
Zulke toelatingen worden door den « Stell-
vertretenden Generalstab » enkel op verzoek
des General-Gouvernements (Politische Abtei¬
lung, Presse-Zentrale) of na afspraak met dezen,
afgeleverd. Bij hunne aankomst moeten deze
personen zich bij de « Presse-Zentrale » te
Brussel en bij de plaatselijke militaire overheid
aanmelden.
23
Duitsche militairen evenals alle tot het
leger behoorende personen, de toegelaten
buitenlandsche officieren en hun gevolg moeten
zich om de toelating tot fotografeeren tot
het voor de plaats bevoegd Gouvernement
wenden.
Verboden zijn opnamen van verwoeste
gebouwen en alle opnamen, waarmede de
vijand kan gediend zijn.
Op dit verbod moeten de onder 77 1-3 ver-
melde personen bij het verleenen van een toe-
lating uitdrukkelijk gewezen worden.
2 5.
De onder 2 1 en 3 bedoelde toelating moet
schriftelijk en voor eenen bepaalden tijd op-
gemaakt worden.
Het toelatingsbewijs (2 1-3) moet op zak
gehouden worden.
26.
Het uitgeven en verspreiden van fotogra-
fische opnamen zonder voorafgaande toelating
van den « Stellvertretenden Generalstab der
Armee (Abt. IIIb) » of de « Presse-Zentrale » te
Brussel is verboden.
27.
Deze bepalingen gelden naar den zin ook
voor kinematografen en schilders.
78.
Elke overtreding,
uit opzet of nalatigheid,
van de voorschriften dezer verordening, even-
als het verzoek of de ophitsing om ze te over-
treden, zoover volgens de bestaande wetten
geen zwaarder straffen voorzien zijn, worden
tegenover militairen als ongehoorzaamheid
naar 2 92, 93 van het militair strafwetboek,
voor andere personen met ten hoogste
2,000 mk boete of ten hoogste 3 maand
gevangenis gestraft. Beide straffen kunnen
tegelijk uitgesproken worden. Bovendien wor-
den platen, afdrukken, en toestellen aange-
slagen.
Bevoegd zijn de krijgsrechtbanken.
De verordening (plakbrief) van 19 Sep-
tember 1914 wordt niet meer van kracht
verklaard.
Brussel, den 8° Oktober 1915.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr VON BISSING,
Generaloberst.
E
concernant l'interdiction pour les
particuliers de photographier
dans l'étendue du territoire du
Gouvernement général.
Art. 1er.
Il est interdit aux habitants du pays de pho¬
tographier quoi que ce soit dans les rues et aux
autres endroits publics. Dans certains cas, qui
devront être motivés spécialement, les gouver¬
nements pourront autoriser des exceptions à
cette défense.
Art. 2.
Les personnes civiles arrivant d'un autre
pays n'ont le droit de photographier que si elles
possédent l'autorisation écrite du « Stellvertre¬
tender Generalstab (Abteilung II16) » à
Berlin. Cette autorisation n'est accordée
par le « Stellvertretender Generalstab » que
sur la proposition du Gouvernement général
(Politische Abteilung—Presse-Zentrale) ou
d'accord avec celui-ci. A l'arrivée, ces per¬
sonnes doivent se présenter à la « Presse¬
Zentrale » à Bruxelles et à l’autorité militaire
locale.
Art. 3.
Les militaires allemands et toutes les per¬
sonnes dépendant de l'armée ou des autorités
militaires, les officiers étrangers admis auprès
de l'armée et leur suite doivent demander
l'autorisation de photographier au gouverne¬
ment compétent pour l'endroit.
Art. 4.
Il est défendu de photographier les construc¬
tions détruites et tout ce qui pourrait fournir
à l'ennemi des indications dont il pourrait tirer
profit.
En délivrant l'autorisation écrite (permis
aux personnes désignées aux art. 1 à 3, il
faudra attirer spécialement leur attention sur
l'interdiction résultant de l’alinéa précédent.
Art. 5.
L'autorisation imposée par les art. 1 et 3 doit
être délivrée par écrit et pour un laps de
temps déterminé.
Tout qui est autorise à photographier doit,
le cas échéant, ètre porteur de son permis
(art. 1 à 3).
Art. 6.
Il est défendu de publier et de mettre en
circulation des reproductions photographiques
sans avoir obtenu l'autorisation préalable du
« Stellvertretender Generalstab der Armee
(Abteilung III b) » ou de la « Presse-Zentrale »
de Bruxelles.
Art. 7.
Les présentes dispositions, appropriées à la
cinématographie et à la peinture, sont aussi
applicables aux cinématographes et aux
peintres.
Art. 8.
Toute infraction au présent arrêté, commise
intentionnellement ou par négligence, et toute
invitation ou incitation à commettre de telles
infractions seront punies comme suit, à moins
que les lois existantes ne prévoient l'application
de peines plus rigoureuses : S'il s'agit de mili¬
taires, l'infraction sera considérée comme cas
de désobéissance prévu par les paragraphes 92
et 93 du code pénal militaire; s'il s'agit
d'autres personnes, l'infraction sera punie d'une
amende pouvant aller jusqu'à 2000 marcs
ou d'une peine d'emprisonnement de 3 mois au
plus; les deux peines pourront être réunies. En
outre, les clichés, les reproductions et les
appareils seront confisqués.
Les infractions seront jugées par les tri¬
bunaux militaires.
Art. 9.
L'arrêté (affiche murale) du 19 septem¬
bre 1914 est mis hors de vigueur.
Bruxelles, le 8 octobre 1915.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr VON BISSING,
Generaloberst.
11b18191.
|
