Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>schen wegens niemand anders dan vader Willem en de familie Van Acken en eenigen harer vrienden.</p>
<p>Zij wist niets van die verderfelijke wetenschap onzer jeugd, die de jongelingen van twaalf, dertien jaren reeds op den steenen drempel der burgershuizen, op de fabrieken en wat later in de huizen van ontucht en die de meisjes op de werkhuizen, fabrieken, mijnen, pensionnaten opdoen; niets van die verderfelijke wetenschap, welke het maagdelijk hart reeds zijn komen bezoedelen, alvorens het onder den zachten kus, den brandenden gloed der liefde of onder den indruk van een schoon mannelijk of vrouwelijk gevoel heeft kunnen trillen. Het was niet de onschuld der onnoozelheid, maar de zuiverheid van de onwetendheid des kwaads. Zij was als een kind dat door de natuur in de maagdelijke wouden van het verre Westen nedergelegd, opgevoed en op eens te midden der maatschappij geworpen was; zij was als een kind dat groot, schoon, braaf en op eens twintig jaren tellende van onder het hart harer moeder, aan wie zij door hare geboorte het leven kostte, gekomen was; het was Galathée, nog als kind maar niet als vrouw van steen in vleesch veranderd; hare ziel was eene gestadige lente geweest, doch die weldra ging rijpen onder de kussen der vurige zon. Zij was maagd, niet van lichaam alleen, maar van hart, van aandoeningen, van kennissen en begrip. En wanneer de liefde in haar hart drong, vond zij daar een "natuurstaat,'; door niets bezwalkt, bezoedeld of van het pad zijner roeping geleid. Dan werkte het natuurlijk gevoel ,dat de beide geslachten naar elkander voert, op dit natuurkind en deed het zijne onvermijdelijke gewaarwordingen ondergaan. En niet alleenlijk trilde het hart van Grietje, maar haar vleesch trilde ook. En even als in haar hart nieuwe snaren hadden getrild, zoo kwam er ook een nieuw leven in het stoffelijk gedeelte haars lichaam's, hare ziel, hersenen, spieren en bloed, alles had dubbel geleefd, dubbel</p>
</text>
|