Full text |
niet een centraal gezag moet dicterend voorgaan. Is aldus ook niet de Haagse School-
lectuur ten gronde gegaan, lang geleden. Te oud deze primaire formule, die wat leeks
aan zich heeft.
12. In het voorbijgaan halen wij even op, dat de Provincie Antwerpen 9 bij het
subsidiërenjH logheid wordt aangewreven. Waarin bestaat die ? Omdat de provincie
enkel subsidieert op door documenten blijkende gedane uitgaven ? Waarom niet ?
Waarin bestaat zo niet de essentie van het vrij zijn ? En vrij doen ? De toelagen mogen
evenwel de inspanning aan de basis niet overtreffen. En het bepalen van een plafond
is niet zo onzinnig bij een te groot aantal gegadigden.
l; 13. De heer Dupré heeft bloempjes toegewezen en aldus Limburg ter wille van de
Wetenschappelijke bibliotheek van Hasselt geloofd. Limburg weet hoezeer wij sedert
decenniën met sympathie de ontbolstering van het gewest met zijn Bibliotheek hielpen
op gang brengen en volgen, maar de auteur moet zich voor vergissingen hoeden ! Hasselt
biedt niet het model van een openbare bibliotheek aan, zomin als St.-Niklaas, als
Kortrijk, als Brugge ! Het werkelijk openbaar bibliotheekbedrijf ligt er gesplitst. Te
Hasselt in een officiële provinciale algemene (wetenschappelijke) bibliotheek en een vrije
openbare bibliotheek ! De ellende is toch wel, dat sedert 1861 zoveel is gegroeid, dat
niet beantwoord aan enig goed inzicht. In dergelijke steden loopt — zoals Ladewig ons
dat voor goed leerde — de hoogste trap van het universeel gestoffeerde openbaar biblio-
theektype in de bibliotheek met lokaal patrimonium over, en deze vorm precies bepaalt
dit eigenaardige type, waarnaar het zoeken gaat. Indien de openbare bibliotheek in
enige zin nog een opdracht zou uitvoeren van. de „Stadsbibliotheek”, dan moeten beide
elementen onder één hoed gevangen worden, om niet elk voor zich op lezers jacht te
gaan en zichzelf dus, financieel, leed te berokkenen.
14. Tal van verkeerde uitgangspunten liggen verspreid over het artikel van de heer
Dupré ; zij kwamen echter gaandeweg aan de beurt en aldus mogen wij aan de inter-
pretatie van Lamberty’s tekst voorbijgaan, zoals die geciteerd wordt, niet zonder er
nogmaals expliciet op te wijzen, dat de consequentie van het 50/50 naar aard, naar
getal, naar posten en apparatuur uitloopt op een ongehoorde megalomanie waaronder
sterkeren dan wij kapot moeten. Vlaanderen bedankt er voor.
Het is waar, de heer Dupré heeft ook dat ingezien en hij erkent de betekenis van
bepaalde culturele grootheden, die op zichzelf de locale en gewestelijke wereld ondeel-
baar representeren. Maar het gevaar schuilt in de omstandigheid, dat die onaantast-
baarheid maar zal voorbehouden worden, of erkend voor te hoge organismen,
zodat de lezer van lagere distributieposten zal blijven evolueren in het besef, dat zijn
eenzijdig-beleden gerichtheid in gebouw, in fonds een al te toelaatbare maar ook
nationaal aanvaarde levensinstelling is ! Verkeerd en wee onzer voor deze uitkomst !
Gezongen uit traditie en wat nog meer. „Vlaanderens lang vernederde oorden, vragen
daden, maar geen woorden !”
BESLUIT
Al wat voorafgaat, dient bekeken te worden als een soort van inventaris van toestan-
den en beschouwingen, dit naar aanleiding van de revue die de heer Dupré leidde. Aldus
komen wij tot de samenstelling van een document, dat een derde lid moge vinden in de
tekst van een toespraak, waarom wij verzocht werden door de Oud-leerlingen van de
Provinciale Bibliotheekschool van Brabant (cf. Bibliotheekgids I960 ; in voorbereiding,
vergezeld van een treffende uiteenzetting van de heer Charlier van Luik). Voegen wij
er nu de beschouwingen aan toe die te lezen staan in de M.ededelingen van het ASKB
1959/1960, dan kan men zich niet van de indruk ontdoen, dat de algemene aandacht
in ons land gespitst staat op het probleem van de bibliotheken, waarbij de omstandig-
heid, inderdaad, dat Antwerpen-stad een niet-onbelangrijke toelage staat uit te keren aan
1$ |