Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>en katholicisme is niet als dien tussclaen godloochening en godsdienst, tusschen persoonlijk en algemeen bezit, in welke laatste strijden een der twee kampende beginselen moet bezwijken; neen, maar de worsteling tusschen liberalisme en katholicisme, is om te weten, niet wie zal verdwijnen; maar wie de overmacht iq den Staat bezitten en de grootste voordoelen uit den aanval op 's volks beurs trekken zal. Zoo beginselloos het liberalisme op godsdienstig terrein is, zoo ordeloos toont het zich op ekonomiesch gebied. Hierin ziet het noch naar wetten, noch naar regelen, naar niets hoegenaamd. Het laat maar voortbrengen, verbruiken, schachelen , stelen , roo ven ,v ernie ti gen ; het bekommert zich om niets, tot dat eindelijk eene wreede krisis, -- onvermijdelijk gevolg der ekonomieke- en nijverheidsuitspattingen, uitbreekt en dan neemt het eenige kleine, nietige maatregelen, waarmede het meent het gevaar te hebben afgeweken en het soms, maar voor eenigen tijd slechts, afwijkt. Maar dien eenigen tijd, dien schijn van redding is voldoende, het is daar maar om te doen. Het liberalisme, aanzien als beheerscher der negentiende eeuw, is gelijk aan eene geblankette, gepoederde en sierlijk</p>
<p>tekleede gevallene vronw. De type van den liberaal-wetgever is gelijk aan den type an den gewonen liberaal uit de wereld. Deze laatste kent niets in den grond, en mèent dat alle de studiën zotte streken zijn; hij heeft eenige liefde voor het beginsel der vrijheid, zoo ver het noch zijn zak, noch zijne partij bedreigt; godsdienst aanziet hij als noodig, de priester ook, maar dien moet buiten de politiek blijven; zijn hoogste doel is : goed leven maken; hij meent zich van tijd tot tijd te mogen, zelfs te moeten rond drinken, om te toonen dat het leven vrolijk mag en moet zijn; schijnheiligheid is hem een doorn in den voet en om te toonen dat hij die kwaal niet heeft, zal hij laten zien er vele anderen te bezitten : die van grof, plat te durven</p>
</text>
|