Full text |
Vanaf 1952 werd het archief ten voorlopigen titel ondergebracht te Praag,
in een deel van wat ooit een voornaam paleis was. De meeste bestanden
genieten evenwel van de frisse dorpslucht in een depot buiten Praag. 28
personen zijn er tewerkgesteld. De afdelingen zijn : beheer van de ambtelijke
stukken, beheer van de nalatenschappen, studie van de handschriften, biblio-
theek en leeszaal.
De bestanden bevatten interessante bronnen voor de geschiedenis van weten-
schap en techniek in Midden-Europa. Op de eerste plaats vermelden we de
astronomie uit de tweede helft van de achttiende eeuw en verder filologie,
geneeskunde, oriëntalistiek, slavistiek enz. tot en met zoölogie.
Het Centraal Archief publiceert jaarlijks twee banden : één in de reeks „Studies
betreffende de geschiedenis van de Akademie” met o.m. bronnenuitgaven en
één in de reeks „Studies inzake handschriften”.
Het Centraal Archief heeft het statuut van wetenschappelijk instituut van de
Academie. Zijn voornaamste zorg in de huidige economisch ongunstige om-
standigheden is alle bestanden veilig te blijven bewaren. In de toekomst zal
het erom gaan het moderne papier massaal te ontzuren.
Ten gronde zijn de problemen voor alle Tsjechoslowaakse archieven dezelfde.
Overal ontbreekt het aan goede magazijnen en dit terwijl de omvang aan
archief alleen maar toenam (in de tweede wereldoorlog werd heel weinig
verloren). Een ander probleem was dat de overheid de opvatting huldigde,
dat men in archief niet alleen documenten maar ook mensen deponeerde.
In het archiefwezen van de Staat ging het dan echter niet om gediskwalificeerde
vaklui, maar heel dikwijls om onbekwame maar verdienstelijke partijleden.
Nochtans zijn we van mening dat veel belangrijk archief nog ontbreekt : in
alle landen van het Kamp van de Vrede gold de leidende rol van de Kom-
munistische Partij als dogma, vastgelegd bij wet. Maar geen enkele archief-
dienst had het recht om partijarchief over te nemen. Dit archief werd behandeld
alsof de K.P. in de strengste illegaliteit werkte. De overdracht van partijarchief
is daarom nu de belangrijkste opgave van ons archiefwezen. Het Centrale
Archief van de Academie beëindigde zopas een studie, waarin het belang van
deze documenten als bron wordt aangetoond.
Ondanks alle moeilijkheden beperken de archiefdiensten zich niet alleen tot
informatieopslag, maar leggen zij er zich echt op toe een betrouwbaar geweten
te worden.
Noten
1. De Academie is terzelfdertijd een representatieve vereniging van geleerden en een
overkoepeling van 89 onderzoeksinstellingen (ongeveer 13.000 personeelsleden) en een
40-tal wetenschappelijke genootschappen.
2. „Ik ben geen beroemde historicus, ik ben een vlijtige historicus” zo typeerde Prof.
Vojtlsek zichzelf.
dr. J. Schwippel
Archivaris bij de Academie voor Wetenschappen te Praag
(Uit het Duits vertaald door : G. Maréchal en J. Verhelst)
248 / Bibliotheek- en Archiefgids — Jg. 67 M Nr. 2 -—1991 |