| Full text |
Honden onze lijsten de ontdekkingsreizen eh exploratie-verhalen niet ver van de
Far-West-geschiedenissen en detectieve-intrigues? En is er in feite geen overeenkomst
tussen alle vier aan te wijzen ? Welk kwaad hebben de droge rubnekshoofden «aard-
rijkskunde», «wetenschap» al niet gesticht bij kinderen en volwassenen? Het woord
«vervreemding» is zeker een te zachte term om het euvel te benoemen. Het is een
ongeveer analoge gedachtegang, die Angermann er toe brengt zeer juist op te merken, dat
der Sioff in die Breite slrahli, dat seine Macht iiber das Volk grösser ist als die der
Form; dar seine Bedeutung irmerhalb der allgemeinen Ceisteswirlschafl grösser isi als
die Form.
Men kan aanvoeren, dat het alles wel mooie woorden zijn, en goede citaten,
maar, dat het alles ook veel te ingewikkeld, theoreties gezwam is; zoals ook o.a. de
nuchtere realist, maar knappe Ladewig beweert, «dat er aan dit werk (het anders dan
objectief schikken van boeken) geen einde komt, en dat er te veel tijd mee gemoeid is.
Geheel onwaar schijnen de meningen niet ; daarmede, echter zijn de grondslagen
niet aangetast, wel integendeel ! De erkenning houdt een betreuren van het «non pos-
sumus» in, en dan zal het de taak zijn van even nuchtere lui als Ladewig zich niet
te laten op sleeptouw nemen, maar prakties mogelike verwezenlijkingen voor te houden.
Eén ding dient dan ook in verband daarmee terloops te worden gezegd : wij bespreken
hier een werk, dat gedaan moet worden door de Vereniging hoofdzakelik, althans in
essentie. Niet elke bibliotheek gaat het subjectieve pad op moeten met eigen werk !
Elke bibliotheek zal haar werk 3» gedeeltelik =? voprgeMçht vinden, omdat... (de
gevolgtrekking is toch zo logies) omdat de lezersgroepen in A vrijwel die van B
zullen gelijken, en omdat de uitzonderlike ergens opduikende groepen wel zo treffend
in hun uiting zullen zijn, dat zij een speciale verzorging als vanzelf zullen opeisen,
en zullen laten voorzien.
Ik herhaal dus; al wat bibliothéconomies veroverd werd, blijft bestaan !
Om de opmerking betredende het theoreties gezwam te ontzenuwen en om
voor de papierverspilling m dit tijdschrift bijgevolg een ontlasting te vinden, kan nog aan-
gehaald worden, dat de practijk van het dagelikse leven toch zo zonneklaar aangeeft,
dat er belangstellingsgroepen zijn. En het feit, dat zij er zijn, moet ons, opvoeders
(of zijn wij het niet ?), dwingen er rekening mee te houden. Sla bijv. de familiekring
gade bij het lezen van het dagblad : het gezinshoofd en de huismoeder en de jonge
man en de dochter zoeken er hun rubriekjes uit. Vader en zoon blijven lang geschei-
den van elkaar, moeder en dochter vervloeien als vanzelf. Grif zij toegegeven, dat
dit een zeer, zeer eenvoudig voorbeeld is, en oppervlakkig, maar het illustreert reeds
voldoende de feiten.
3§| H $
Tot op heden hebben wij slechts één zijde van de zaak beschouwd, de theoretiese,
die, ook voor minder brillante kwesties, altijd moei is en minstens de schijn voor zich
^iee^- kdet komt er nu op aan de practijk onder handen te nemen en even na te gaan
wat voorgangers van sommige opvattingen hebben terecht gebracht.
- Er zij dan opgemerkt, dat hier —- onder anderebeschouwingen zullen volgen,
Je, strikt genomen niet in het eigenlike subjectieve domein thuishoren, maar, welke,
oor hun Karakteristieke uiting wijzen op analoge verschijnselen of overgangsstadia : wat
zeker geldt voor de rubrieksopschriften, die wij binnen enkele stonden denken te ont-
leden en die voor velen als proefkonijn hebben dienst gedaan.
Maar vóór wij zover komen, is het best, dat wij wel een andere weg inslaan,
en dat wij ons bezig hopden met een zaak, die de tegenpool is van al wat hier
vooruitgezet werd! Het is voldoende gebleken, dat de subjectieve aanbieding van de |
