Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>op de onderlinge overeenkomsten der geleerden en deskundigen, waaruit feiten en logische afleidingen voortspruiten of getrokken worden, die dan ook op stoffelijk of geestelijk gebied, met zekerheid toepassing vinden. Aldus is de eene waarheid meestal het gevolg van eene andere, het eene grondbegin het gevolg van een ander. Alles bijna is rechtstreeksch of onmiddellijk met elkander op logische wijs verbonden. Hij die een feit, eene waarheid, eene natuurwet of een princiep uit het oog verliest kan onmogelijk de daaruit afgeleide wetten en besluiten bevatten. Zoo worden de studiën voor hem, die ze onvolledig volgt, een ware doolhof een echte chaos, waarin alle materialen in onmogelijke vormen overhoop liggen ; eene ordelooze zaak in het princiep van orde zelf : de Natuur. En zoo was het met Alfred's kunde gelegen. Het eene wetende, het andere niet, was er hoegenaamd geen samenhang meer in zijne gedachten en begrippen. Hij kreeg dan ook eenen instinctmatigen afkeer van de wetenschap, die hij beoefenen moest.</p>
<p>Eindelijk is de dag van het examen gekomen. Wat voorvallen moest gebeur,le. Alfred antwoordde zoo onkundig op de vragen die hein gesteld werden, mengde zoozeer alles dooreen, verwarde zoodanig de oorzaak met het gevolg en omgekeerd, vergiste zich in geschiedkundige feiten en dagteekeningen, liet sommige vragen zoo geheel onbeantwoord dat, vooraleer de jurij uitspraak deed, het publiek de beslissing vooruitgeloopen was en een algemeen gefluister :« Hij heeft de buis » van mond t)t mond in de zaal rondliep.</p>
<p>Is het noodig het nog te zeggen ! Alfrel had werkelijk eene. buis van buitengewonen omvang en trad de onderzoekszaal zoo beteuterd uit, als had hij te voren met recht op den meest gunstigen uitslag gehoopt en eene onderscheiding verwacht.</p>
<p>Des avonds, toen eenige boordenvolle glazen, hem wat driestheid teruggeschonken hadden, vertelde hij met veel</p>
</text>
|