Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>zorgt tevens hare beide kinderen met moederlijke bezorgdheid en zelfopoffering. Geen het minste onderscheid maakt zij tusschen hare beide lievelingen. Immers, is Petrus haar eigen zoontje, haar man is de peter van Jefken, die vaderloos van af zijne geboorte, tevens dadelijk zijne _moeder verloor. Jefken is een ongelukkig weeskind en voor al het goed der wereld wou zij hem niet verstooten. Neen, zij zal het tot moeder verstrekken.</p>
<p>Hein ook is met zijnen tweeling, zooals hij de kinderen noemt, buiten mate, in zijn 'schik ; te meer daar hij zijn -vrouwtje zoo gelukkig ziet.</p>
<p>En gelukkig inderdaad is de goede moeder, want haar geweten juicht haar toe, dat zij het edelste werk verricht, dat eene vrouw, op aarde, verrichten kan. Als haar man des avonds na het werk te huis komt en zij zich beiden, vermoeid en afgemat van zorgen en zwoegen, op hunne bedsponde nederleggen, is er geen gelukzaliger paar op aarde.</p>
<p>Helaas ! zooveel huiselijk genot en vrede zou van luttel duur zijn. Petrusken, de trots zijns vaders, de zielenengel zijner moeder, werd ziek en stierf. Vader en moeder Claessens zijn weder kinderloos ! Jef ken heeft zijnen tweelingbroeder verloren !</p>
<p>liet verdriet der ouders te beschrijven is onmogelijk. Nacht en dag wordt de afgestorven lieveling beweend. Doch, verre dat het afsterven van den kleinen Petrus de liefde der echtgenooten Claessens voor den kleinen Jef vermindert, groeit deze, zoo mogelijk, nog aan.</p>
<p>Vrouw, zegt Claessens eenige dagen na hun verlies, vrouw, weenen wij niet meer. Petrusken, ons lief Petrusken, is wel is waar naar den hemel, maar het is Gods wil, die wellicht hiermeê een bijzonder inzicht heeft. Trachten wij ons te troosten en zoo gij toestemt, zal ik aan het bestuur der hospiciën vragen, dat Jefken ons voor altijd worde afgestaan.</p>
<p>De bedrukte moeder knikt toestemmend en glimlacht</p>
</text>
|