Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>belgic2e ». Ook de Vlamingen maken zijn vriendelijke bezorgdheid gaande. Bij 't zien van een pracht-doodkist, roept de dichter uit :</p>
<p>« Quel écrin ! et pour quel bijou! Les morts ici sant sans vergogne Un jour des cadavres flamands</p>
<p>Souilleront ces cercueils charmants. Faire de tels étuis pour de telles charognes ! »</p>
<p>En toch gelukt dit vers er maar niet in, ons op boos humeur te jagen; klaarblijkend immers staat « flamands » daar slechts omwille van het rijm, want welk ander woord kan rijmen met < charmant »? Of was de fransche schrijver allicht de meening toegedaan dat Brussel in Vlaanderen lag? Ook dat ware hem niet als een verwijt aan te wrijven.</p>
<p>Die belgische reis luidde het begin in van den aftocht : de eerste aanval van een doodelijke kwaal trof hem te Namen ('66) ; hij stierf te Parijs ( '67).</p>
<p>Bij zijn dood vertoonen de nekrologische artikels drieërlei karakteristiek : enkele zijn uiterst-oppervlakkig, want louteranekdotisch, andere zeer gunstig, enkele alleen... afgunstig. Het verdikt van het nageslacht verschilt « enormously » van dit der tijdgenooten ; het ware echter in strijd met de waarheid te beweren, dat Baudelaire's « merit was totally unrecognized by his contemporaries ». Hier is dus, de Heer Bandy het roerend eens met den vlaamschen kritikus. Waar het dezen laatste, in een kleine kantteekening, niet anders dan om enkele, goedklinkende namen te doen was, met weglating dus zelfs van verder verwijzen naar materiaal, dat trouwens niet in zijn bereik lag, bleef dus de « bloeiende verwachting » bestaan, dat, schier of morgen, ons, « op Zilveren schaal » de « vruchten » van een ijverig bronnen-onderzoek zouden aangeboden. Of er verband ligt tusschen trakteeren en</p>
</text>
|