Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>» de symbolisten en zijn leerling Verlaine met zijn werk bekend » waren ».</p>
<p>Met deze bewering, bleek de Heer Toussaint van Boelaere, in een recensie over Erens' essayistischen eersteling (4), geen vrede te hebben. Van een « werkelijke miskenning » van Baudelaire in Frankrijk kan geen spraak zijn, noch omstreeks 'B3, noch zelfs vroeger; dus waren zijn verzen daar wel doorgedrongen. Wie het hier aan het rechte eind had, is juist « des Pudels Kern »! Maar, schrijven we eerst den integralen tekst van het pleit over :« dat vóór 1883, in Holland over Baudelaire niet werd geschreven (hetgeen laat veronderstellen dat hij er onbekend was), terwijl reeds in 1864 of 1865 Verlaine over Baudelaire schreef, is... jammer. Maar de vraag is : wat de heer E. juist door het woord doorgedrongen bedoelt. Een populair dichter is Baudelaire nooit geweest, zal het ook nooit zijn. Maar over werkelijke miskenning heeft Baudelaire nooit veel te klagen gehad. Zijn tijdgenooten zelfs zij die hem om zijn excentriciteit, enz. uitscholden (Gustave Budin in « Figaro »,, Juli 1857) lieten hem, den dichter en den mensch, volle recht wederwaren (Asselineau, Th. de Banville, Th. Gautier, Flaubert, Barbey d'Aurevilly, Cladel en ook maar dit heeft minder beteekenis Victor Hugo). Al wat over zijne waarde als dichter te zeggen is, romantiekers en parnassiens zeiden het (Asselineau, Gautier enz.) en de « Correspondances » van Sainte-Beuve, Flaubert, Alfred de Vigny, de « Souvenirs » (of zoo) van de Banville en Maxime de Camp, enz. staan er vol van en al die werken verschenen vóór 1883. Nooit is men eigenlijk uitgepraat geweest over Baudelaire « un des hommes les plus captivants et les plus déconcertants des temps modernes » (E. Crépet, Ch. Baudelaire, CEuvres posthumes et Correspondance inédite, Paris, 1887). Thans minder dan ooit. Ook komt de bewering van den heer Erens betreffende de bekendheid</p>
</text>
|