Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>digheid. Nog over andere tekortkomingen weidt Papini uit. Aldus Dante's vergoddelijking van Beatrice, het gebruik van specifiekgoddelijke terminologie waar het louter menschen geldt. « Aan deze » danteske overweldiging van 't goddelijke ten bate van 't mensche» lijke, is een luchtje van heiligschennis! » (Wat het geval niet is, beschouwt men met zekere dantologen, niet zonder reden, Beatrice bijv., uitsluitend als symbolische voorstelling van de bovennatuurlijke orde).</p>
<p>Papini's liefde, de liefde van een helderziende persoonlijkheid, die uiteraard lak heeft aan afgodischen genieënkultus (denk aan de duitsche Goethe-vereering) hoe heerlijk en hoog gaat zij op, voor dit</p>
<p>« poema sacro,</p>
<p>Al quale ha post° mano e cielo e terra! »</p>
<p>Volgens hem, in eerste instantie, een poëtisch wonder, dat er feitelijk een spiritueel wilde teweeg brengen. Dante : een nieuwe Orpheus. De boozen zullen weer goed worden, de dwazen wijs, en, zalig zij die weenen » Meteen blijkt Dante hier hoe hij, in zijn «De Vulgari Eloquentia » de poëzie ook definieerde : « fictio rhetorica musicaque posita », teruggekeerd tot de oer-opvatting van alle poëzie, synoniem met een soort magie. Bremond hield er geen ander meening op na, waar hij, in zijn platonisch-subtiele akademische rede over « La Poésie pure », de poëzie : « une véritable incantation » heette : een kunst, die, evenals alle andere, -- maar ieder « par les magiques intermédiaires qui lui sont propres, les » mots; les notes ; les couleurs ; les lignes; aspire... â rejoindre » la prière I »</p>
<p>Juist om dat wonder fluïdum, dat de atmosfeer van de Commedia uitmaakt, « behoort dit poëma niet alleen tot de schamele geschiedenis der litteratuur, maar tot de wonder- en weevolle van het</p>
</text>
|