Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>zend franken op intrest gesteld. Zoo is het, mijnheer De Neef.</p>
<p>Het aangezicht van den notaris ondergaat eene kleine</p>
<p>verandering, als ware hij minder dan te voren verheugd. Er volgt een poosje. Zoo is het inderdaad, herhaalt de notaris ; maar, gij zult u herinneren, dat ik u reeds zeven duizend franken</p>
<p>op die som terugbetaalde. Juist, mijnheer de notaris.</p>
<p>Bedrieg ik mij niet, zoo hadt gij gedacht uw diploma van rechtsgeleerde, na verloop van vier jaren te bekomen en eene jaarlijksche som van drie duizend franken</p>
<p>daarvoor te gebruiken. Dat is nu zeker anderhalf jaar geleden, mijnheer Alfred ; is liet niet ?</p>
<p>Dit gezegde komt snorkend en trillend en zoo toonloos, door den neus van den notaris, dat Alfred besluit, of het</p>
<p>mangelt hem volkomen aan gehoor, of zijne wijde neusgaten zijn ten deele met snuif verstopt.</p>
<p>-- Het is zoo, mijnheer ; maar, daar ik thans mijn geld zeer voordeelig kan besteden, zoudt gij mij verplichten het mij zoohaast mogelijk uit te keeren.</p>
<p>Wel zeker ! mijnheer, wel zeker ! herhaalt de notaris, terwijl hij de schaarsgezaaide grijze haren streelt, die de verwaandheid schijnen te hebben zijne onderkin baardsgewijze te versieren en zijne kleine diepstaande grij-</p>
<p>ze oogen .eens flikkerend en zenuwachtig laat rondfonkelen. Wel zeker ! Ik zal u heden drie duizend franken</p>
<p>geven ; de volgende week het overige maar ja !</p>
<p>Hoe vaart mevrouw De Neef? Moeder is wat ongesteld, mijnheer.</p>
<p>Ja, ik vernam het van dokter Brijs. Eene brave</p>
<p>vrouw, mijnheer ! eene doorbrave vrouw ! Ik heb altijd veel van haar gehouden.... Ik hoop, dat het niet erg zal zijn•••• Nu, ik ga even om het geld en mocht gij mijne tusschenkomst noodig hebben, ik houd mij steeds aanbevolen uw dienaar, mijnheer, uw dienaar !</p>
</text>
|